Toen Ronen opgroeide in Rishon L’Tzion, een stad ten zuiden van Tel Aviv, bestond zijn woonwijk uit hoofdzakelijk Jemenitische families. “Er was één Marokkaanse familie”, herinnert Ronen, “alle anderen waren Jemenieten”. Zijn familie was naar Israël gevlucht als gevolg van spanningen tussen Joden en Arabieren in het Midden-Oosten.
Opgegroeid in een grote stad, was Ronen echter klaar met het materialistische leven aldaar. “Ik was opzoek naar een manier van leven om zowel op spiritueel als fysiek vlak te groeien”, verteld de chefkok. “Ik wist ook dat ik mensen bekend wou maken met mijn cultuur en was van mening dat de beste manier om dat te bereiken was om mensen te laten genieten van mijn kookkunsten…. voedsel voor de maag en voedsel voor de ziel”.