Nee en nog eens nee – Een nieuwe column van Simon Soesan

Simon Soesan

O, ik zie nu al de reacties: “Je woont niet in Nederland, dus bemoei je er niet mee”, “Wie denk je wel die je bent?”, etc. Maar toch doe ik het, al was het alleen maar om 337 familieleden, die door Nederlanders verraden, verkocht, opgepakt en gedeporteerd werden om afgeslacht te worden, te herdenken.

Op 8 april dit jaar herdenken wij in Israël de industriële afslachting van ons Volk. 

In Israël. 

Een nationale gedenkdag. 

De wereld doet dat op 27 januari, wij doen dat met een Hebreeuwse datum, altijd een week voor onze Dodenherdenking en Onafhankelijkheidsdag. Joodse instanties in de wereld hebben dat gebruik overgenomen, waardoor het dus dit jaar op 8 april valt. Uiteraard wordt dan de Israëlische ambassadeur erbij gehaald. En die zegt dan een paar woorden. 

Wie je er NIET bij haalt is degene die het verspreiden van antisemitische leugens op de Dam toestaat. En dan ook nog verbiedt deze dwazen op de Dam aan te spreken. Iemand die keer op keer haar antisemitische scheten in het publiek laat. Iemand die de premier van Israël beschuldigde van het aanwakkeren van antisemitisme, zonder dat iemand haar tegenhoudt. Er is geen plaats voor antisemieten op de herdenking van de Shoa en zeker niet iemand die door geen enkele burger gekozen is om een stad te leiden (hoewel in dit geval de stad niet geleid, maar kapot gemaakt wordt).

Een Joodse organisatie die dit toelaat heeft wat mij betreft niets met het Jodendom te maken. Een Joodse organisatie die deze antisemitische Miesjponum ook nog iets laat zeggen op de plechtigheid, heeft wat mij betreft niets met het Jodendom te maken. Collaborateurs waren er ook in die tijd en nu is het genoeg. Laten we het bij de naam noemen: oprotten, Miesjponum. Ga op de Dam staan, zonder mondmasker en verbiedt anderen om op het Museumplein met mondmaskers te demonstreren, maar blijf met je rotpoten van de rotjoden af!

Ik kan haar functie niet beëindigen, net zoals de gewone burger haar niet in deze functie kon neerzetten. (Dat heet democratie in Nederland) Maar ik kan wel mijn (onbescheiden) mening uiten.

Genoeg met de dubbele normen. Genoeg met de huichelachtigheid. Genoeg met deze Miesjponum. Brieven zijn geschreven naar diplomatieke instanties, zowel als naar ons ministerie van buitenlandse zaken: als Miesjponum haar ponum laat zien, moet de ambassadeur opstappen. Een Jood die daar blijft staan met een valse glimlach aan de burgemeester, kan zijn lidmaatschap inleveren, want dan snap je niet wat er gebeurd is en wat er aan de hand is.

Miesjponum heeft haar keuze gemaakt en Miesjponum zal er mee moeten leven. Nee en nog eens nee: ga maar weer lekker op de Dam staan en volgende keer, voordat ze weer “kritiek” heeft en haar vuil moet spuiten op de premier van Israël, mag ze eerst haar Engels bijslijpen. Nee en nog eens nee: 

Miesjponums zijn hier niet gewunscht, voor Miesjponum verboden.

Ontvang gratis onze nieuwsbrieven!

Advertentie (4)
Vorig artikelChristelijke pelgrims naar Israël kunnen nu de Emmausroute lopen
Volgend artikelIsraëlische startup biedt cyberoplossingen voor schepen op zee
Simon Soesan (1956, Beverwijk) woont sinds 1973 in Israël, waar hij zijn eigen sales-en-marketing bureau had. Tegenwoordig is hij vertegenwoordiger van Keren Hayesod – United Israel Appeal in Duitsland. Soesan is bekend van columns in diverse Nederlandse bladen, zoals NRC-Handelsblad, het Reformatorisch Dagblad, Israël Actueel en het Nieuw Israelietisch Weekblad. Zijn korte verhalen werden gebundeld in 'Pita met hagelslag' (2005) en ‘Patatje vrede’ (2007), 'Apoetaah' (2016) is zijn derde boek en in juni 2018 is 'Ik ben jij' verschenen. Zijn familie en vriendschappen met Joden, Moslims en Christenen, inspireren hem bij het schrijven.