Onlangs verschenen boeken met oorlogsthematiek

Joods labyrint van Nol de Jong, die vindt dat het tijd is dat "joden weer gewoon mogen zijn".Een boek van Stella Müller, zelf gered door Schindler, over haar herinneringen aan de oorlog en de periode daarna.Hanna Kral tekent in Daar is geen rivier meer de verhalen van Poolse joden in de Tweede Wereldoorlog op.

Nol de Jong – Joods labyrintOp een nacht wordt Otto Kant, de directeur van de Eerste Joodse Verzekeringsbank, in zijn huis gearresteerd. Omdat Otto ervan overtuigd is dat het hier om een misverstand gaat dat binnen enkele uren opgelost is, verzet hij zich nauwelijks. Maar als hij na een rit in een auto in een onbekend gebouw gevangen wordt gezet en ondervraagd wordt, begrijpt hij dat het ernst is. In scherpe verhoren wordt hem gebrek aan loyaliteit met de joodse denkbeelden verweten. Zijn tegenstanders zijn erop uit hem te breken. Otto geeft zich niet gewonnen. Hij vecht terug en opent de aanval op de arrogantie van het joodse bolwerk."Mijn boek is geïnspireerd op de werkelijkheid," zegt Nol de Jong. "Ik zie hoe joden en niet-joden elkaar in de greep houden van leed en schuld. De naoorlogse generaties joden zitten nog altijd gevangen in hun mededogen met hun mededogen met hun ouders: alsmaar verleden, amper ruimte voor hun eigen pad. Ik hoop dat mijn boek een bevrijdende werking heeft. Het onderwerp ligt gevoelig en is kwetsbaar, maar het wordt tijd dat de joden gewoon mogen zijn."Nol de Jong (1947) groeide op in een joods milieu. Hij werkte in de gezonheidszorg, als manager, adviseur en psychotherapeut. Nol de Jong vervulde gastdocentschappen aan universiteiten in Nieuw Zeeland, Tilburg en Amsterdam. Op zijn naam staan 35 publicaties in binnen- en buitenland, waaronder twee boeken. Joods labyrint is zijn literair debuut.ISBN 90 5226 958 0Gebonden, fl. 45,-Verschenen 13 november 2000Uitgeverij De GeusStella Müller-Madej – Door de ogen van een vrouw"Meteen na onze terugkeer uit de kampen kwam ons dienstmeisje van voor de oorlog langs, Mania. Toen knapte er iets in mij. Ik wierp me in haar armen en huilde. Mania stond tegen de muur geleund, zij aaide mij over mijn nog steeds kale hoofd en herhaalde onduidelijk: ‘Dat ik dit nog mag meemaken, je bent een engeltje, je bent een poppetje.’ Dit wanhoopstafereel werd onderbroken door mama?s stem: ‘En wie had mij zo flink beloofd om niet meer te huilen, dochtertje?’ Dat hielp, ik liet Mania los en hield op met snikken."Stella Müller-Madej (Krakow, 1930) kwam als tienjarige in Auschwitz-Birkenau terecht. Toen Oskar Schindler haar en haar familie op de lijst van dwangarbeiders voor zijn fabriek zette, redde dat hun leven. Ze beschreef haar herinneringen aan de oorlog en de periode daarna in twee delen: Door de ogen van een kind en Door de ogen van een vrouw.Uit het Pools vertaald door Esselien ?t HartISBN 90 5226 892 4Gebonden fl. 29,90Verschenen in September 2000Uitgeverij De GeusHanna Kral – Daar is geen rivier meerIedere lezing die de Poolse schrijfster Hanna Krall houdt, eindigt ze met de vraag: "Vertel mij eens een verhaal. Dat waar gebeurd is? Iets belangrijks? Het mag iemand anders overkomen zijn, of u zelf?"Na enige stilte en aarzeling staat er dan altijd iemand op die zijn verhaal aan haar wil toevertrouwen. De gesprekken voeren Hanna Krall naar plaatsen over de hele wereld, waar waar Poolse joden na de holocaust terecht zijn gekomen: Göteborg, Hamburg, Iowa City, New York, Toronto, Cape Cod, Warschau..Dagenlang praat ze met mensen die willen vertellen wat zij in de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt. Ze vraagt door, ook als de sessies heftige emoties oproepen. In Daar is geen rivier meer heeft Hanna Krall zestien van zulke reportages bijeengebracht. Bij elkaar vertellen ze een universele geschiedenis. Een daarvan is met Kieslowski, regisseur van Les Trois Couleurs de Dekaloog.Hanna Krall (Warschau, 1937) heeft er haar levenswerk van gemaakt de verhalen van Poolse joden in de

Advertentie (4)