Zonder terreur was hek niet nodig geweest


Israëlische ministers en regeringswoordvoerders spreken er schande van dat het Interationale hooggerechtshof geen oordeel heeft uitgesproken over de Palestijnse terreur en geen woord heeft gewijd aan de 1.000 Israëlische trerreurslachtoffers.

In NRC Handelsblad van 10 juli 2004 luidt de kop boven het artikel van Midden-Oostencorrespondent Oscar Garschagen: ‘Arabisch bezit boven joodse levens’

Een enorme Palestijnse overwinning. Een zege voor het internationale
recht en het verzet tegen de illegale muur. De ene na de andere
redenaar in de tent langs de weg van Oost-Jeruzalem naar Ramallah
prijst Allah en de internationale rechters in Den Haag, die gisteren
een streng, overigens niet bindend, oordeel uitspraken over de
veiligheidsbarrière, die zij consequent ‘de muur’ noemen.

Zij zijn gekomen uit Jenin, Tulkarem, Qalqiliya, Nablus, om via
Al-Jazira, CNN en de Israëlische televisie naar de president van het
hof, Shi Jiuyong, te luisteren, en hun gemoed te luchten. Sommigen van
hen waren een uur voor het eerste ochtendgebed – rond vijf uur –
opgestaan om tijdig in A-Ram (Oost-Jeruzalem) te zijn. Het is niet
alleen de veiligheidsbarrière die voor reisongemak en langdurige
vertragingen zorgt op de Westelijke Jordaanoever.

Alleen Mohammed Dahle, een Israëlische Arabier en raadsman van
tientallen Palestijnse boeren en landeigenaren, ontgaat de ironie van
de juridische situatie niet. Wil een Palestijnse boer met een kans op
succes in beroep gaan tegen de gekozen route dan heeft hij toch meer te
verwachten van de Israëlische dan de internationale rechters. “Wij
zullen het document van het Haagse hof gebruiken om het Israëlische
Hooggerechtshof te overspoelen met petities tegen de route”, kondigt
Dahle, die kantoor houdt in Jeruzalem en New York, aan.

Natuurlijk, de Palestijnse vertegenwoordigers bij de Verenigde Naties
en de Arabische landen zullen in de Algemene Vergadering van de
Verenigde Naties aandringen op sancties tegen Israël. De doorwrochte
advisory opinion van 14 van de 15 internationale rechters vormt nieuwe
munitie in de internationale arena; niet alleen tegen de
veiligheidsbarrière, maar ook tegen alle nederzettingen op de
Westelijke Jordaanoever die, voor degenen die dat vergeten waren
volgens het hof illegale ondernemingen waren en nog altijd zijn. Het
document leest als een juridisch/diplomatieke geschiedenis van het
conflict vanaf 1967. Maar initiatieven om Israël te straffen voor het
illegale bouwwerk en de even illegale landannexatie zullen, mochten
deze de Veiligheidsraad bereiken, stuklopen op een Amerikaans veto en
Europese stemonthoudingen.

“Er is reële hoop dat wij bij het Israëlische Hooggerechtshof meer
successen gaan boeken”, denkt Dahle, die vorige week een belangrijke
overwinning boekte toen de hoogste rechters van het land de aanleg van
30 kilometer muur op de Westelijke Jordaanoever ten westen van
Jeruzalem (bij Biddu) verbood, omdat de belangen en vrijheden van de
Palestijnen “disproportioneel” waren geschaad. “Het Israëlische hof
heeft toen doelbewust geen uitspraak gedaan over de legitimiteit van de
muur op bezet Palestijns gebied. Ik vermoed dat zij hebben willen
wachten op het advies van het Internationaal Gerechtshof. Wij gaan nu
proberen een principiële uitspraak uit te lokken. In het verleden, in
andere zaken, heeft het Israëlische Hooggerechtshof de regering
gedwongen zich te houden aan internationale verdragen en conventies.
Dat moet opnieuw gebeuren”, zegt Dahle. Hij is niet de enige jurist en
commentator die de indruk heeft dat het Israëlische Hooggerechtshof
gevoelig is voor het argument dat de Palestijnen verhoudingsgewijs te
zwaar worden getroffen door de veiligheidsbarrière.

Dahles kantoor is volop bezig met voorbereiden van nie

Advertentie (4)