Als Poeriem en Pasen (bijna) op een dag vallen


Voor het eerst sinds 1910 valt Poeriem samen met Pasen. De uitbundige joodse festiviteiten staan haaks op Goede Vrijdag, voor gelovige chistenen een dag van ingetogenheid en inkeer, van stilte en meditatie. In Israël is de tegenstelling zeer voelbaar, bericht het Reformatisch Dagblad.

Al dagen voor 25 maart was het in de steden en dorpen van Israël een
drukte van belang en hing er een feestelijke sfeer. Overal werden
manden bezorgd met cadeau’s. Zo staat het immers voorgeschreven in het
boek Esther. Om te vieren dat Haman aan de galg is gehangen werden de
veertiende en de vijftiende dag van de maand Adar dagen van vreugde en
maaltijden en dagen der “zending van delen aan elkander” (Esther 9:19).

De geschiedenis is bekend. Haman, een belangrijk man in het Perzische
rijk, stelt koning Ahasjverosj voor om de jood Mordechai aan de galg te
hangen en de joden uit te roeien. Maar koningin Esther weet uitvoering
van dit plan te voorkomen en de rollen worden radicaal omgedraaid.
Mordechai krijgt koninklijke eer en Haman en zijn zonen worden gehangen
aan de galg. In het hele land is er onder de joden een geweldig feest
“en velen uit het volk des lands werden joden, want de vreze der joden
was op hen gevallen”, zo staat er in het boek Esther te lezen. De
instelling van het Poeriemfeest was een feit en het zou gevierd worden
in “alle en in ieder jaar.” Tot op de dag van vandaag.

En een feest is het. Seculiere joden maken er een soort carnaval van.
Optochten, verkleedpartijen, veel eten en drinken, ondanks dat er voor
het Poeriemfeest eerst ook nog een vastendag is, het ‘Vasten van
Esther’. Maar daarna barst het feest los. Er worden koekjes –
Hamansoren – gebakken en opgegeten. Tot de laatste kruimel. Er blijft
van Haman niets over. Zelfs orthodoxe joden knijpen op Poeriem een
oogje toe. Op dit feest zijn er dan ook nogal wat gevallen van
dronkenschap, juist in wijken waar veel orthodoxe joden wonen.

Maar Poeriem is ook het feest van het bij elkaar komen in de synagogen,
waar het hele boek Esther wordt gelezen. En steeds als de naam “Haman”
valt, breekt er een tumult uit. Er wordt op de vloer gestampt en met
ratels gezwaaid om de afschuw duidelijk te maken over deze gehate man,
die het joodse volk wilde uitroeien. Het lijkt wel alsof alle pijn van
het antisemitisme in de geschiedenis van het joodse volk op dit feest
een uitweg zoekt.

Poeriem en Pasen vallen dit jaar zo ongeveer samen. Dat heeft
natuurlijk weer alles te maken met het feit dat de christenen ooit een
andere datum voor het christelijke paasfeest vaststelden dan de dagen
waarop de joden Pesach vieren. Dat feest wordt namelijk altijd enkele
weken na Poeriem gevierd. Dit jaar leidt dat ertoe dat het joodse feest
van de galg en de christelijke gedenkdag van het kruis van Christus
soms haast letterlijk op elkaar botsen.

Terwijl Goede Vrijdag een dag is van inkeer en stilte, is er op het
Poeriemfeest lawaai en vrolijkheid. Er worden cadeaus uitgedeeld, er
wordt gegeten en gedronken. Het plan van Haman is mislukt. En de
plannen van al die andere Hamans zijn ten diepste toch ook mislukt.
Veel joden zien het als een teken dat de eerste Golfoorlog eindigde op
het Poeriemfeest en dat de tweede Golfoorlog begon op het Poeriemfeest.
Haman is niet dood, zeggen zij, hij leeft.

Rabbijn R. Evers schrijft, in zijn wekelijkse uitleg van de
bijbelgedeelten die op Sjabbat en feestdagen in de synagogen gelezen
worden: “Esther betekent verborgenheid. Wij mogen nooit denken dat wij
geen verplichtingen (commitments) hoeven aan te gaan. Ons jodendom eist
dat we opkomen voor onze identiteit, dat we optreden wanneer ons volk
wordt bedreigd. En helaas is dat tegenwoordig aan de orde van de dag.
Niemand mag blijven stilzitten. Iedereen moet uit zijn “Esther =
verborgenheid”-schulp kruipen en zich ontwikkelen tot een voorman of
-vrouw in het

Advertentie (4)