Ehud Barak: ontruimingsplan Sharon ‘ironie van de geschiedenis’


De voormalige premier van Israël, op driedaags bezoek in Nederland, vindt dat zijn landgenoten de geestelijke vader van het nederzettingenbeleid moeten steunen, hoe onlogisch dat ook klinkt uit de mond van een politieke aartsrivaal.

De ‘routekaart naar vrede’ is zo goed als dood. Het internationale
vredesplan voor het Israëlisch-Palestijnse conflict ligt op de
intensive care van het internationale diplomatieke ziekenhuis, zegt de
Israëlische oud-premier Ehud Barak. En dat komt, behalve door het
gebrek aan wil van Jasser Arafat, doordat met name de VS en de Europese
Unie niet dezelfde koers voor ogen hebben.

“De Amerikanen willen Arafat in de hoek drukken, opdat hij een eind
maakt aan de terreur, terwijl Europa hem juist daarvoor wil behoeden,”
zegt Barak (62) op de Israëlische ambassade in Den Haag, aan het eind
van een driedaags bezoek aan ons land. “Die tweeslachtigheid werkt
misschien als je jaren de tijd hebt, maar niet als je op korte termijn
een vredesakkoord wilt sluiten.”

Het vredesproces ligt dus op zijn gat, vindt de man die in juli 2000
dicht bij een akkoord was tijdens de besprekingen met Arafat op Camp
David, onder leiding van de Amerikaanse president Clinton. Barak deed
Arafat daar volgens de Israëli’s vérgaande concessies, volgens velen
zelfs t̩ vergaande, maar de Palestijnse leider wees ze Рook tot grote
ergernis van Clinton – af. Barak en de Arbeiderspartij werden een half
jaar later door de Israëlische kiezers afgestraft, Likoed-leider Ariel
Sharon kwam aan de macht en de Intifada barstte los.

Drie jaar later roept Barak de Israëli’s op om de plannen van zijn
politieke rivaal Sharon voor eenzijdige terugtrekking uit de Gazastrook
en de ontmanteling van joodse nederzettingen te steunen. “Ik sta hierin
achter Sharon, hij verdient de steun van de Arbeiderspartij, die hem
aan een parlementaire meerderheid moet helpen,” zegt Barak, die geen
officiële functie meer bekleedt in zijn partij. “Ik ben een felle
politieke tegenstander van Sharon, maar híj is niet verantwoordelijk
voor het bloedvergieten. Dat zijn Arafat, wijlen Rantisi, de
Fatah-beweging.”

Hij noemt het ‘de ironie van de geschiedenis’ dat juist Sharon met het
terugtrekkingsplan gekomen is, omdat juist hij de geestelijke vader van
het nederzettingenbeleid is. De terugtrekking noemt Barak slechts het
begin, “een eerste stap in de goede richting.” Barak is heilig
overtuigd van de eerlijke bedoelingen van Sharon. “Dit is heel pijnlijk
voor hem.” Maar “de enige uitweg is Sharon te steunen.”

Barak vindt ook dat het omstreden veiligheidshek tussen Israël en de
Westelijke Jordaanoever snel moet worden afgemaakt, en ook de
dichtstbij gelegen joodse nederzettingen (zo’n 70 tot 80 procent) moet
omsluiten. Dat betreft volgens hem maar een heel klein stuk van de
Westoever. Alle nederzettingen daarbuiten moeten worden ontruimd, omdat
die niet meer te beschermen zijn, tenminste niet tegen een prijs die
het Israëlische volk bereid is te betalen.

De ontruiming is pijnlijk, zegt Barak, “maar als je de staart van je
hond wilt afsnijden, doe het dan niet in vier keer maar in één klap.
Dat doet minder pijn.” Bovendien maakt het duidelijk dat Israël geen
permanente bezetting wil. “Daarna moeten we een vredesplan op tafel
leggen dat is gebaseerd op de Camp David-voorstellen. Zonder dat zal
alles wat we doen neerkomen op het eenzijdig vaststellen van grenzen.
Dat is terecht onaanvaardbaar voor de rest van de wereld.”

Barak heeft de hoop op een akkoord nog niet opgegeven, maar zolang
Yasser Arafat de Palestijnse dienst uitmaakt zal het er niet komen.
Arafat erkent volgens Barak nog steeds de soevereine, joodse staat
niet. Voor de langere termijn is hij minder pessimistisch, omdat er
zeker “eerlijke, moedige en goed bedoelende Palestijnen zijn,” ook in
het leiderschap direct onder Arafat. Maar

Advertentie (4)