Israël en de schaduw van Auschwitz

Tot op de dag van vandaag is de Holocaust een integraal element van de nationale identiteit van Israël. Het trauma van de jodenvervolging is als een pijnlijke open wond die maar niet helen wil, en er wordt nog altijd gerouwd. Toch is de herinnering niet heilig.


“Auschwitz is onderdeel van ons dagelijks leven, niet van ons
verleden”, zegt voormalig Knessetvoorzitter Shevah Weiss, zelf een
Holocaust-overlevende. “In onze gemeenschap, in onze ziel, in onze geest is alles verbonden met de herinnering aan de duistere
periode van Auschwitz.”

Volgens Israëli’s is het onmogelijk hun nationale psyche te begrijpen
zonder door het prisma van de Holocaust te kijken. Vast onderdeel
van het programma van buitenlandse politieke leiders is een bezoek aan
het Holocaust Herdeningsmuseum Yad Vashem in Jeruzalem, waar ze
geconfronteerd worden met de omvang van de nachtmerrie van de Shoa.

Ruim 30% van de Israëlische bevolking is ofwel zelf overlevende of de
nazaat van een overlevende van Auschwitz. Ook joden die niet
rechtstreeks met de Europese jodenvervolgingvervolging in aanraking
zijn geweest, bijvoobeeld omdat ze uit het Midden-Oosten afkomstig
zijn, identificeren zich er sterk mee. “Het is een onscheidbaar onderdeel
van de identiteit van een Israëli”, zegt de Israëlische journalist en
historicus Tom Segev. Een
aantal Knessetleden protesteerde recentelijk tegen de toespraak die de
Duitse bondspresident Horst Koehler volgende week in het Israëlische
parlement in zijn eigen taal zal houden omdat volgens hen ‘de Duitse
taal nog altijd te pijnlijk is om naar te luisteren’.

Toch werd de geschiedenis van de Holocaust pas in de jaren ’80
verplichte eindexamenstof op Israëlische middelbare scholen.
Tegenwoordig komen overlevenden leerlingen over hun ervaringen
vertellen en jaarlijks maakt ongeveer 35% van de ouderejaars middelbare
scholieren een reis naar Polen, waar ze in acht dagen tijd kampen,
getto’s, verlaten synagoges en oude joodse begraafplaatsen bezoeken.

Ook op andere manieren houdt Israël de herinnering aan het verleden
levend. Zo laat het Israëlische leger hoge officieren naar Auschwitz
gaan ter motivatie het land in de toekomst voor dergelijke
gruwelijkheden te behoeden en bestaat er een ongeschreven wet dat het
werk van Richard Wagner, Hitler’s favoriete componist, niet wordt
uitgevoerd of op de radio uitgezonden. Jom Hasjoa veHagevoera,
de Israëlische Holocaust Herdenkingsdag, is in de loop der jaren steeds
belangrijker geworden.

In de eerste jaren na de oprichting van de staat Israël was het beeld
van de jood als overlevende en slachtoffer een affront voor het
opkomende nationale gevoel waarin Israël zichzelf het liefst zag als
een land met sterke, heldhaftige “nieuwe joden”. Velen van hen keken
neer op de honderdduizenden overlevenden van de kampen die als
immigrant naar Israël kwamen en aan dat beeld niet konden
beantwoorden. Ook de overlevenden zelf waren vaak nog helemaal
niet klaar met hun verleden en hielden hun littekens verborgen. “Voor
het verhaal van de Holocaust was in die sfeer geen ruimte”, zegt
hoogleraar Hebreeuwse literatuur en zelf schrijver van vele werken over
de Holocaust Aharon Appelfeld.

Het in 1961 in Israël gevoerde proces tegen Hitler’s luitenant Adolf
Eichmann bracht een kentering teweeg. De rechtszaak werd door de
nationale radio uitgezonden en de getuigenverklaringen van overlevenden
maakten dat het hele land aan de Holocaust werd herinnerd. Ook de
oorlog van 1973, toen veel Israëli’s bang waren dat het nieuwe
vaderland zou worden vernietigd en z

Advertentie (4)