Joodse studenten over 4 mei

Overal in het land zijn grote herdenkingen in verband met de zestig-jarige bevrijding. Zestig jaar klinkt lang, zeker voor jongeren en studenten die vooral vooruitkijken. Maar zo lang is zestig jaar niet. Voor veel mensen is de oorlog nog niet ‘over’, weten joodse studenten, net zoals het antisemitisme nog geen verleden tijd is.



,,Normaal ga ik altijd met mijn moeder naar de dodenherdenking bij ons
in de buurt”, vertelt Hannah Wittenburg, studente psychologie aan de
Vrije Universiteit (VU) en secretaris van de joodse jongeren- en
studentenvereniging Ijar Nederland. ,,Maar dit jaar wordt het
waarschijnlijk de grote herdenking in Amsterdam.” Irith Levi,
afgestudeerd in communicatiewetenschappen, gaat naar de plek waar ze
elk jaar heen gaat. ,,Ik ga altijd naar een herdenking op de joodse
begraafplaats in Katwijk. We zijn daar als afvaardiging van de joodse
gemeente in Leiden. Ik vind het daar mooier dan zo’n massale herdenking
in Amsterdam, het is kleiner, het is echt iets tussen mensen.”

Zo’n herdenking is behoorlijk ‘intensief’, vindt Jechiel Evers, student
Rechten aan de Universiteit van Amsterdam. ,,Ik ga altijd naar de Jom
Hashoa* in de Hollandsche Schouwburg en ben dit jaar ook naar de
herdenking van de zestigjarige bevrijding van Auswitsch geweest. Het is
verbazend hoe je dat zelf beleeft. Ik ben natuurlijk van de derde
generatie, maar het blijft iets… ik heb met open mond staan kijken.
Je kent de verhalen, mijn oma leeft nog, die is in Auswitsch geweest,
maar het is zo onwerkelijk.” Hij beseft regelmatig dat hij ook
slachtoffer had kunnen zijn als hij eerder geboren was. ,,Zestig jaar
is helemaal niet lang geleden. De jodenvervolging heeft niet
plaatsgehad in een andere tijd of een andere wereld.” Ook Wittenburg
vindt zestig jaar geen lange tijd. ,,Er zijn nog mensen die het hebben
meegemaakt. De oorlog is niet alleen iets wat je in een boekje leest.
Het is er nog steeds.” Nu komen ook alle verhalen pas los, stelt ze.
,,Vooral in Nederland hebben mensen lang geprobeerd hun herinneringen
weg te stoppen. Nu komen de verhalen, maar ook de rechtszaken over
bezittingen en schilderijen.”

Ook het antisemitisme is niet iets van lang geleden. ,,Het
antisemitisme komt weer op”, stelt Evers. Al is het nooit weggeweest,
zegt hij. ,,Al vanaf ik kan lopen heb ik altijd een pet op zodat je
mijn keppel niet ziet. Als ik vroeger ging voetballen met mijn vader,
gingen we altijd ‘undercover’, niet herkenbaar als jood. Anders werden
we uitgescholden. Dat is niet echt prettig.” Ook in bepaalde buurten
van Amsterdam gaat hij undercover. ,,Ik ben er inmiddels ook aan
gewend.”

Levi voelt zich niet onveilig. ,,Maar ik ben ook geen jongen met een
keppeltje. Mijn vriend draagt ook geen keppeltje. We zien er niet uit
als een rabbijn met een baard zeg maar, dat scheelt een hoop. Ik woon
zelf in Amsterdam-West maar ik heb me nooit bedreigd gevoeld. Er stond
hier wel een tijdje geleden een hakenkruis op een brievenbus. Ik heb
toen gebeld of het weg kon worden gehaald. Ik voel me niet persoonlijk
aangesproken, maar ik vond het ook niet fijn om er elke keer langs te
lopen.” Concentratiekamp Het is heel belangrijk dat de oorlog elk jaar
herdacht blijft, vinden ze alle drie. ,,Er is veel discussie of het wel
elk jaar nodig is. Maar je moet het blijven herdenken, ook al is het
100 jaar geleden”, vindt Levi. ,,Want in de oorlog is iets
verschrikkelijks gebeurd.” Ook haar beide grootouders hebben in een
concentratiekamp gezeten. ,,Mijn opa wil er wel over vertellen. Maar
mijn oma niet, het zit te diep.” Het bewaren van de verhalen is een
belangrijke reden om 4 mei in ere te houden, vindt Wittenburg. Levi is
dat met haar eens: ,,Mijn opa heeft een paar jaar geleden ook
meegewerkt aan het project van Steven Spielberg, overal in de wereld
heeft hij cameraploegen naar overlevenden gestuurd om de verhalen op te

Advertentie (4)