Chomesh bestaat niet meer


Uit het dagboek van een vredestichtertje. Afl. 65: Onderweg naar huis van een medische dag in Sebastia maakt Eldad Kisch een omweg langs nederzetting Chomesj, of wat daar na de ontruiming op 23 augustus van over is.

Ik moet dit kopje wel uitleggen. Zojuist terug van een medische dag in
Sebastia. Sebastia is afgesloten van de wereld met een gloednieuw
bewaakt hek over de weg, dat met enig gemompel over dokters voor ons
werd geopend. Verderop ligt een hoge berg zand over de belangrijkste
toegangsweg. We konden er wel langs met een transit, via een lange
omweg, maar we waren behoorlijk gehotst bij aankomst.

Omdat we terug gingen met een gewone personenauto, die niet over die
sluipwegen kan rijden, moesten we een enorme omweg maken. En nu we toch
om moesten rijden, werd mij voor onderweg een speciaal snoepje van de
week beloofd: een bezoek aan de nederzetting Chomesh. Chomesh is een
van de vier nederzettingen op de Westbank die ontruimd zijn. Ontruimd
is een zwakke uitdrukking; verpulverd is beter. Zoals ik al zei:
Chomesh bestaat niet meer.

Dit was een surrealistisch uitje. Op een prachtige heuvel, midden
tussen begroeide velden en enkele Palestijnse dorpen is er niets meer.
Waar huizen stonden zie je nu vierhoeken van wit pulver. De straten
zijn er nog, met rode of blauwe blokbanden, en een enkele rotonde. Hier
en daar zijn een paar treden vergeten, die naar een bordes leidden. Hoe
hebben we het zo mooi chirugisch plat gekregen? De luchtmacht gaf deze
heuvel vrij voor leerling piloten om er te oefenen met hun raketten.
Geen flauwekul met bulldozers. Er is werkelijk niets over daar.

Sinds de ontruiming is het een pelgrimsoord voor lokale Palestijnen en
Israëlische Arabieren. Overal staan ze in groepjes, met Palestijnse
vlaggen, en thermoskannen met zwarte koffie. Onze chauffeur stapte bij
elke groep uit, en de Arabische dokters ook, en iedereen omhelsde
iedereen. Ze begrepen wel dat ik een vreemde eend in de bijt was, maar
ik moest vele handen schudden. Ik was er vast de enige Jood op die kale
berg. Ze zeiden voortdurend: “Ongelooflijk; wat een belevenis”. En ze
waren er niet weg te krijgen.

Inderdaad, Chomesh bestaat niet meer.
Nu begrijpen jullie al die versperringen ook meteen. Die uitingen van
lokale vreugde moeten eens flink afgestraft worden met meer afgesloten
wegen en meer militaire controleposten op de plaatselijke wegen.

©Eldad Kisch; 2005.

Eldad Kisch woont al meer dan veertig jaar in Israël. “Destijds was
ik flink zionistisch, nu ben ik wat gelouterd,” omschrijft hij
zichzelf.  “Ik bekijk de gebeurtenissen
in onze streken met bezorgdheid, vooral waar onze menselijke en
ethische waarden steeds meer inkrimpen.’

Advertentie (4)