Een joods gesprek met… Heddy Lester

In een nieuwe serie portretten geven bekende en onbekende joodse Nederlanders hun visie op hun leven, hun ergernissen, favoriete joodse gerechten en antisemitisme. Deze keer: zangeres en actrice Heddy Lester, die vier trouwringen van haar ouders en grootouders draagt, wel een avond lang naar Awraham Soetendorp zou kunnen luisteren en vindt dat Nederland steeds racistischer wordt.

Opvoeding

Ik ben van Surinaams-joodse afkomst. Mijn moeder had een Surinaams-Indiaanse negroïde vader en joodse moeder. Dat was in die tijd een zeer bijzondere combinatie. Zij gaven hun eigen invulling aan het jodendom. Ikzelf ben niet opgevoed met de tradities. Ik ben in Amsterdam geboren en opgegroeid aan de Da Costastraat, later in Slotervaart. Mijn moeder heeft in de oorlog in Vught gezeten, waar ze mijn vader ontmoette, en in Westerbork, Bergen Belsen en Ravensbruck waar ze uiteindelijk bevrijd werd door de Zweden. Zij kwam stuk terug uit de oorlog. Vanwege de oorlog heb ik geen joodse opvoeding gehad. In sjoel kom ik niet. Ik heb niets met het geloof, maar vind het wel mooi dat mijn broer [pianist/componist Frank Affolter, LS] een paar maanden geleden voorzanger was in Den Haag. Dat had hij mij van tevoren niet verteld en het was dus een grote verrassing.

Tweede generatie

Een schuldgevoel hebben tegenover je ouders is voor mij een typisch voorbeeld van tweede generatie. Ik wilde het mijn ouders ook altijd naar de zin maken. Ik ga nog steeds naar Vught om te zingen. Dat doe ik voor mijn ouders, ook al leven ze niet meer. Ook ga ik regelmatig naar een herdenking in Bloemendaal om de Surinaamse vlag te dragen. Ik heb nog steeds die erfenis. Ik krijg het moeilijk als ik over de oorlog en mijn joods-zijn praat, ook al ben ik niet joods opgevoed. Ik ga dan huilen en krijg het benauwd. Ik ben bang dat het weer gebeurt; heb angst voor mijn familie en wil altijd alles bij elkaar houden. Ik heb in de productie Ghetto gespeeld van de Israëlische schrijver Josjua Sobol. Dat was een goede therapie voor mij. Mijn moeder herkende zichzelf er in. In de beginscène verschijnt er een vrachtwagen op het toneel waaruit gevangen uit het getto kleding halen. Dat heeft mijn moeder echt beleefd. Dat vertelde ze me heel aangedaan toen ze het stuk had gezien.

Jiddisj

Het woord gotspe gebruik ik als ik heel kwaad ben. Dat zeg ik tegen mensen die soms helemaal niet begrijpen wat ik ermee bedoel. Als ik iemand aandoenlijk vind, zeg ik Sjeintje boterkoek. Ook gebruik ik de uitdrukking Sjema met één mouw, al weet ik niet of het Jiddisj is. Het betekent verder helemaal niets.

Antisemitisme

Soms heb ik last van antisemitisme. Als gezegd wordt dat iets een jodenstreek is, dan raakt me dat. Ook de woorden jodenman en jodenmeisje irriteren mij. Dan vraag ik: wat is dat? Ik ben een joodse meid. Ik zeg er altijd onmiddellijk iets van. We worden eigenlijk steeds racistischer in Nederland. In een groep is wel eens kutjodin tegen mij gezegd. Toen werd ik toch wel zo ontzettend kwaad. De vooroordelen over ons kloppen niet. Het is toch niet waar dat als je neus gelijk loopt met de onderkant van je oorlel, dat je dan joods bent? Er zijn veel slimme joden, net zoals je slimme Turken en Spanjaarden hebt. En dat joden altijd behangen zouden zijn met dure juwelen? Ik heb er in elk geval niets mee. Ik draag alleen de trouwringen van mijn ouders en grootouders: die heb ik altijd om, allemaal om één vinger.

Gerecht

Mijn moeder maakte Kugel met peren als geen ander. Dat heb ik van haar geleerd. De joodse keuken van Claudia Roden raadpleeg ik veel. Er staan joodse gerechten uit verschillende landen in. Verder vind ik de joodse keuken niet zo uitgebreid en kosjer eten vind ik maar flauwe troep.

Profiel: Heddy Lester

Advertentie (4)