Oorlog, dag 17, 18 & 19: Voor, tijdens en na Kana

Wat er buiten het blik- en gehoorsveld van de bewoners van Bet HaEmek gebeurt komt er toch haast net zo hard aan. Zelfs de stilte wordt met wantrouwen beluisterd. Ontspanning is er nauwelijks, en ondertussen neemt de onzekerheid toe.

Sjabbat 29 juli
Wat een mooie, rustige sjabbat was dit. Mijn dag begon met twee maal koeienmelken (het gebrek aan mankracht in de koeienstal is inmiddels behoorlijk voelbaar). Na de tweede melking ben ik naar Kfar Yassif, een van onze Arabische buurdorpen, gereden om boodschappen te doen voor de kibboets. Meestal is het er al behoorlijk druk als ik om een uur of half negen ‘s ochtends aankom maar vandaag was het opvallend stil.

In de winkels waar ik de inkopen doe heb ik, zoals altijd, een babbeltje gemaakt. En dan blijkt dat we allemaal in hetzelfde schuitje zitten. De bebouwde kom van Kfar Yassif in net niet geraakt door twee raketten. Sinsdien is het dagelijkse leven in het dorp helemaal van slag. Een man vertelde me dat hij met zijn gezin een week naar een hotel in de heuvels bij Jerusalem ging om een beetje tot rust te komen. Andere winkels zijn maar een paar uur per dag open. Van iedereen hoor je dat de zaken met 60 tot 70% achteruit zijn gegaan sinds het begin van deze oorlog.

Na het ontbijt thuis in Bet HaEmek hebben gebeld met onze dochter die momenteel in Nieuw-Zeeland is. We hebben haar verteld hoe ons dagelijks leven verloopt. Hopelijk hebben we haar een beetje kunnen geruststellen, want ze maakte zich, zo ver van huis, wel zorgen. Voor de siësta heb ik nog wat geklust in de kamer van onze jongste dochter die we aan het herinrichten zijn. Even leek het leven weer net als vroeger.

Ik was nog diep in slaap toen de Hezbollah kennelijk besloot dat de sjabbat nu wel lang genoeg geduurd had. Vanaf drie uur ging het luchtalarm wel zes keer kort na elkaar. Drie inslagen telden we, waarvan één heel dichtbij, in het zonnenbloemveld aan de rand van de kibboets. Het is gedaan met de rust. De kanonnen van ons leger bulderen, er komen voortdurend vliegtuigen over.
Vandaag zag ik op internet een uitzending van de Nederlandse actualiteitenrubriek NOVA . Daarin gaven drie verslaggevers hun kijk op de oorlog. Een van hen vanuit Israël, de tweede vanuit Libanon de derde was samen met vijftien andere buitenlandse journalisten door de Israëlische regering uitgenodigd voor een rondrit waarbij van officiële zijde uitleg werd gegeven. Het viel me op dat telkens weer de kant van Libanon getoond werd maar dat de schade en ellende die wij hier in het noorden te lijden hebben nauwelijks aan de orde kwam. Daar kwam nog bij dat er een gedeelte van het journaal van Al Manar, de Hezbollah tv-zender werd uitgezonden.Als je dat ziet voel je je machteloos. Want het is wel zo dat de Hezbollah het ziekenhuis van Nahariya heeft geraakt, en vandaag een verpleeghuis voor geestelijk gehandicapten in Akko. Ze mikken bewust op zulke doelen.

De Hezbollah gebruikt mensen als menselijk schild, gewone Libanese burgers, maar ook VN-militairen. Een van de vier die vorige week bij de Israëlisch bombardement om het leven kwamen schreef dat op 18 juli in een e-mail aan een vriend. Wij hier in Israël vragen ons af hoeveel mensen daarvan af weten.

Zondag 30 juli
Voor ik over ga tot de orde van de dag wil ik voor de verandering eens iets leuks vertellen. Een van de beste satirische programma’s op de Isra&

Advertentie (4)