Rap4Justice: eenzijdig of niet?

Zondag vond in de Melkweg te Amsterdam het Rap4Justice festival plaats. ‘Eenzijdig en geweld vergoeilijkend’, vindt Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI). Organisator United Civilians for Peace (UCP) is het niet eens met dit verwijt. Een verslag van het festival en een reactie van beide organisaties.

Op het Rap4Justice festival op zondag 10 december werden optredens verzorgd door de Israëlisch-Joodse rapper Chen Rotem (artiestennaam Sagol 59), de Israëlisch-Arabische groep D.A.M. en de Palestijnse Ramallah Underground. Ook de Nederlandse rapper Ali B. en het duo Lange Frans en Baas B. waren aanwezig.

Aan de optredens gaat een discussie vooraf, waarbij de artiesten vragen uit het publiek beantwoorden. Tamer Nafar, voorman van D.A.M. is hierbij fel in zijn boodschap dat het de bezetting en onderdrukking van de Palestijnen is die vrede en grechtigheid in de weg staat en in zijn uitspraak "Europa steunt Israël onvoorwaardelijk, daar moeten jullie iets aan doen!" Sagol 59 komt gemoedelijker over als hij een aantal keer benadrukt dat hij Nafar en de jongens van Ramallah Underground als vrienden ziet, dat het belangrijk is dat ze hier samen staan en dat vrede van het volk uit moet komen en niet vanuit corrupte politici aan beide kanten.

Het publiek is voor het grootste deel pro-Palestijns gezind: luid gejuich klinkt bij opmerkingen als ‘Stop de bezetting’ en ‘De muur moet worden afgebroken’. Ook de vragen uit het publiek getuigen van een duidelijke voorkeur. Zo wordt gevraagd wat Nafar ervan vindt dat ‘de media altijd spreken van Palestijnse terreur maar Israëlisch geweld aanduiden als ‘acties”. Een paar aanwezige leden van CiJo, CIDI’s jongerenorganisatie, komen met vragen als ‘Waarom zingen jullie alleen over Palestijnse slachtoffers en niet over de Israëlische?’

Rapper Lange Frans vertelt over het bezoek dat hij bracht aan Israël en de Palestijnse gebieden. Hij heeft het over Jeruzalem in Israël, maar voegt daar besmuikt lachend aan toe: "Ik noem het liever Palestina." Applaus uit de zaal is zijn deel. Ali B. nodigt de aanwezigen uit mee te doen aan een graffiti-wedstrijd, waarbij de winnaar met hem mee mag naar Palestina, om daar graffiti op de muur te sprayen (‘Hek!’ klinkt het vanuit de CiJo-hoek) ‘en om een Palestijnse of Israëlische cocktail te drinken’ (‘Boe!’ klinkt het uit de zaal, waarop Ali B. de boe-roeper streng toespreekt: ‘Israëlische cocktails zijn ook heel lekker!"). Als Ali een kunstwerk onthult in de vorm van een stuk muur waarop de tekst staat ‘Hoe kan een volk dat zo heeft geleden de Palestijnen dit aandoen?’ klinkt weer luid applaus.

Het veroordelen van geweld tegen Israëlische burgers komt niet aan de orde op het Rap4Justice festival, maar het wordt ook zeker niet gepromoot. De nadruk ligt alleen vooral op het onrecht dat de Palestijnen wordt aangedaan.

CiJo had een paar dagen voor het festival een persbericht uitgevaardigd waarin het bezwaar maakt tegen de aanwezigheid van de groep D.A.M.. Voorman Nafar deed vorige week in de krant Sp!ts de uitspraak: "Alleen met praten bereik je geen vrede. Gewapend verzet is nodig." In het bekendste nummer van de groep, ‘Wie is een terrorist?’ vergelijkt Nafar Israëlis met nazi’s. CiJo verklaarde: "Ondanks dat de organisatie volgens haar doelstellingen vrede nastreeft zet United Civilians for Peace de situatie juist op scherp door zich eenzijdig en ongenuanceerd uit te laten, in plaats van verzoening tussen het Israëlische en Palest

Advertentie (4)