Onderduikfamilie vader Ron Eisenmann postuum geëerd als rechtvaardigen onder de volkeren

Johannes en Jantje Krijl, die onderduik boden tijdens WO2 aan de vader van VVD-fractievoorzitter Ron Eisenmann van de stadsdeelraad Amsterdam-Zuid, zijn vandaag in Yad Vashem postuum geëerd en erkend als rechtvaardigen onder de volkeren. Hun kleindochter Sandra nam de onderscheiding namens hen in ontvangst. 

Mechel Jamenfeld werd in 1934 in Amsterdam geboren als Moshe (1904) en Rachel (geboren Gastwerth, 1900) Jamenfeld. Beide ouders waren van Poolse afkomst, maar ze vestigden zich in Amsterdam. Mechel was hun eerstgeboren zoon. Het gezin was religieus en Mechel ging met zijn vader naar de synagoge.

Na de Duitse inval in Nederland in 1940 kwamen namen de spanningen in Nederland toe. De Joden uit Amsterdam, waaronder de familie Jamenfeld, droegen de gele ster op hun kleding, zoals de Duitsers hadden bevolen. In de tweede helft van 1942 begonnen massale deportaties van de Joden in Amsterdam. Moshe verzette zich om onder te duiken omdat hij andere mensen niet in gevaar wilde brengen en anderen er niet mee lastig wilde vallen. In plaats daarvan groef hij een gat onder de vloer. Toen de Duitsers in 1943 de familie kwamen arresteren, werden ze gemakkelijk ontdekt en opgesloten in de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam. De zus van Mechel, Mirjam (1942), was al ondergedoken en werd daarom niet gearresteerd.

Tijdens zijn tijd in de crèche (de plaats tegenover het Joodse theater waar de kinderen werden vastgehouden), hoorde Mechel dat zijn ouders waren gedeporteerd naar kamp Westerbork. Dankzij enkele dappere verzetsmensen van de “NV-groep” van Joop Woortman (erkend door Yad Vashem als Righteous Among the Nations in 1981), werd Mechel uit de crèche gesmokkeld en met de trein naar Zuid-Nederland gebracht. Daarna begon een intense periode van verstoppen voor hem. Hij ging van plaats naar plaats, van familie naar familie, en leerde zich aanpassen, at alles op wat mensen op zijn bord legden en gedroeg zich als een christelijke jongen. Zijn naam was veranderd in ‘Kees’.

Hij bleef het langst bij de laatste familie waar hij naar toe ging. Deze familie – Johannes (geboren 1896) en Jantje (geboren Schoemaker, geboren in 1897) Krijl en hun kinderen, Marion en Harold, die iets ouder waren dan Mechel – woonden in Kaatsheuvel. Het huis van de Krijl was verbonden met de kleine openbare lagere school, waar de heer Krijl leraar was. Krijl verstopte ook een andere jongen, wiens naam Gershon Eisenmann was (1937 in Amsterdam). Hij was ook door de NV-groep naar Zuid-Nederland gebracht en was al op verschillende onderduikadressen geweest. Gershon heette “Gerrie” en al snel raakten de twee jongens aan elkaar gehecht.

Na de oorlog bleven Mechel en Gershon geruime tijd bij de familie Krijl. Gershon’s ouders, die ondergedoken (ook in zuid Nederland) de oorlog hadden overleefd, kwamen hem na een zoektocht van zes maanden op het spoor. Hun andere kinderen hadden ook de oorlog overleefd, waaronder zelfs een zoon die tijdens de oorlog was geboren. Na een paar maanden nodigden ze Mechel uit om bij hen te komen wonen. De heer Krijl zei tegen Mechel dat hij vrij was om te kiezen wat hij wilde, bij de familie Krijl blijven of naar de Eisenmanns gaan, zijn “eigen volk”. Mechel vond dat hij naar de Eisenmanns moest gaan, waar hij zich goed vermaakt. De zus van Mechel, Mirjam, had ook de onderduikoorlog overleefd. Ze bleef bij haar schuilfamilie, die haar adopteerde.

Na bij de familie Eisenmann te zijn geweest, ging Mechel naar Prosdor, een zionistisch religieus joods instituut in Hilversum. In 1952 ging hij naar Israël, waar hij studeerde, en in 1964 trouwde hij. In 1967 werd de dochter van het echtpaar geboren. Gershon verbleef in Nederland. Hij trouwde ook, en het paar kreeg twee zonen. Mechel en Gershon zijn de familie Krijl nooit vergeten, die hun leven had gered.

Op 18 oktober 2017 erkende Yad Vashem Johannes en Jantje (Schoemaker) Krijl als Righteous Among the Nations.

Advertentie (4)