In een op-ed vraagt President Rivlin Frankrijk’s steun tegen de beslissing van het Internationaal Strafhof

President Rivlin. Foto GPO

In een opiniestuk in de Franse krant Le Figaro vandaag, roept president Rivlin Frankrijk op om zich te verzetten tegen de beslissing van het Internationaal Strafhof (ICC), voorafgaand aan zijn ontmoeting met president Macron vandaag.

Via het Government Press Office, kregen wij de volledige tekst toegestuurd welke wij u niet wilden onthouden en onderstaand in zijn geheel afdrukken.

“De beslissing van het Internationaal Strafhof is moreel en juridisch bankroet.”

“Als ik vandaag president Macron ontmoet, zullen we dat niet alleen doen als vrienden, maar ook als staatshoofden die uitstekende, diepgewortelde bilaterale betrekkingen onderhouden. Onze landen werken samen in een breed scala van kwesties, waaronder veiligheid, terrorismebestrijding, wetenschap en technologie, cultuur en academische uitwisselingen. Frankrijk en Israël delen ook de waarden die ons en de democratische wereld als geheel leiden: vrijheid, gelijkheid, rechtvaardigheid, pluralisme en tolerantie.

Gezien de diepte en kracht van de relatie tussen onze landen, zal ik een kwestie die Israël zeer zorgen baart, delen met mijn vriend, president Macron. Vrienden zijn het misschien niet altijd met elkaar eens, maar ik geloof dat we toegewijd zijn om naar elkaar te luisteren om elkaars perspectieven, motivaties en beslissingen beter te begrijpen.

Het besluit van de hoofdaanklager van het Internationaal Strafhof om Israël te onderzoeken op mogelijke oorlogsmisdaden is een vreselijke verkeerde toepassing van het internationaal recht. Een rechtbank die is opgericht om de ernstigste misdaden te behandelen die de internationale gemeenschap zorgen baren, wordt gebruikt als politiek wapen. Het is een moreel en juridisch failliete beslissing.

Sinds de profeten verklaarden: ‘Sion zal met gerechtigheid worden verlost’ (Jesaja 1:27), vormen internationaal recht en gerechtigheid de kern van de visie van het Joodse volk. Joden waren actief bij het creëren van een kader van internationaal recht. Joden en Israëliërs, ingegeven door de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog, liepen voorop bij de oprichting van de huidige internationale juridische organen, waaronder het Internationaal Strafhof zelf. We zijn zeer toegewijd aan de theorie en praktijk om ervoor te zorgen dat oorlogsmisdaden, genocide en misdaden tegen de menselijkheid nooit onbestraft mogen blijven, omdat binnenlandse rechtsstelsels niet bereid of niet in staat zijn om personen die daarvoor verantwoordelijk zijn, te vervolgen.

Maar dit is niet het geval met Israël. We hebben zonder enige twijfel vastgesteld dat we zowel in staat als bereid zijn om onszelf te onderzoeken wanneer dit soort beschuldigingen worden ingebracht.

Voor ons zijn dit niet alleen droge, abstracte rechtsvragen. De soldaten en burgers die ICC dreigt te onderzoeken, zijn onze kinderen en kleinkinderen, onze buren en vrienden. We zullen er alles aan doen om ze te beschermen, net zoals ze ons beschermden toen we daarom vroegen. Tegelijkertijd zullen we ons aan de hoogste normen van het internationaal recht houden, zelfs als dat de meest pijnlijke beslissingen vereist.

Als we willen dat het internationaal recht zijn volledige rol blijft spelen bij het waarborgen van vrede en gerechtigheid, moeten we het beschermen tegen twee uitdagingen. De eerste is de poging om het internationaal recht te politiseren, zoals we zien bij het ICC. We hebben de schade gezien die is toegebracht aan andere internationale organen, zoals de VN-Mensenrechtenraad, door degenen die deze alleen voor politiek gewin proberen aan te wenden. Degenen die mensenrechten opofferen voor politiek gewin, zullen hetzelfde doen met het internationaal recht. We moeten waakzaam en verenigd zijn om ze tegen te houden.

Ten tweede, in de arena van asymmetrische gewapende conflicten, zijn staten zoals Israël die zich inzetten voor het internationale leven kwetsbaar voor cynische terroristische organisaties die militanten en wapens verbergen in het hart van civiele gebieden. In dergelijke gevallen hebben we het internationaal recht nodig dat niet alleen zegt wat niet mag, maar ook wat een staat mag doen die de levens van zijn burgers wil beschermen. Internationaal recht kan geen zelfmoordpact zijn. Het moet echte, effectieve en humane reacties op reële bedreigingen bieden. Dit is een dilemma waarmee andere democratische staten, waaronder Frankrijk, worden geconfronteerd bij de bestrijding van terrorisme over de hele wereld. Het standpunt van het ICC over asymmetrische conflicten zou de mogelijkheden van liberale democratieën om zichzelf te verdedigen kunnen beperken.

Misschien wel een van de meest flagrante gevolgen van de beslissing van het ICC is dat het het voor Israëliërs en Palestijnen nog moeilijker zal maken om een ​​gemeenschappelijke basis te vinden. Totdat het Hof zijn onderzoek heeft afgerond, dat enkele jaren kan duren, is het moeilijk voor te stellen dat de twee partijen serieuze onderhandelingen voeren. In een tijd waarin de recente overeenkomsten tussen Israël en Arabische landen het vooruitzicht op dergelijke vooruitgang beter maken dan ooit tevoren, is dit een daad van perverse logica.

Ik roep vrienden van Israël en de Palestijnen, in Frankrijk en daarbuiten, op om voor eens en voor altijd duidelijk te verklaren dat de weg naar vrede rechtstreeks tussen Jeruzalem en Ramallah loopt. Omwegen via het ICC in Den Haag en de VN-Mensenrechtenraad in Genève zijn contraproductief voor de vrede en ondermijnen de kans op een akkoord tussen ons. ”  

Ontvang gratis onze nieuwsbrieven!

Advertentie (4)