De Joodse identiteit van Job Cohen

Over de Amsterdamse burgemeester doen een heleboel verhalen de ronde.

"Hij is een softie," zegt men. "Hij durft niet door te pakken." Daar maakte ik me geen zorgen over. De manier waarop hij de vreemdelingenwet met alle betrokken instanties en instellingen stroomlijnde? bestuurlijk van grote klasse; maar als Jood, afkomstige uit een langdurige vluchtelingentraditie, had ik daar problemen mee.

"Hij had geeneens een Joodse moeder," hoor ik soms in Joodse kringen. Nou, die had hij dus wél. Lees maar verder.

"Hij vertelt niets over zijn gevoelens," zeggen veel journalisten. Tja! Als je hem dan over zijn Joodse identiteit wilt interviewen dan kan dat moeilijk worden.

Ik kom hem wel eens tegen bij openbare en semi-openbare gelegenheden. Hij steekt zijn Joodse afkomst nooit onder stoelen of banken. Maar zijn Joodse identiteit? Daar wilde ik dus meer over weten. En andere Joden in Nederland, en specifiek in Amsterdam ook, zo bleek mij.

Toen kwam het moment waarop ik besloot te vragen of ik hem over zijn Joodse identiteit mocht interviewen. Hij stemde toe.

"Heel bijzonder"
"Mijnheer Cohen, tijdens de Kol Nidre-dienst had u een hele oude eerbiedwaardige tallis om. Is het een familiestuk?"
"Nee, hij is van Herman Musaph. En zowel Ted (Musaph, de weduwe van Herman Musaph. VB) als ook ik vonden dat heel bijzonder."

"Voelde u er nog iets bij of dacht u: zo dien ik me te presenteren?"
"Ik ben helemaal niet Joods opgevoed. Het was de tweede keer dat ik een tallis om had: een paar weken eerder was ik in De Pijp in de sjoel geweest. In die zin was het heel bijzonder. Ik ben nu rond Nieuwjaar drie keer in een sjoel geweest. Drie hele verschillende bijeenkomsten. Die allemaal bijzonder waren. Het is een combinatie van op deze manier bezig zijn met je geloof en tegelijkertijd ook gezellig bijkletsen. Dat is iets wat ik niet zie van andere diensten, bij andere geloofsgemeenschappen. Dat is iets wat me wel opvalt. Dat heeft wel wat."

"Na afloop zag u er zeer ontroerd uit…"
"Ja, ik vond het ook bijzonder, heel bijzonder."

"Wij Amsterdammers kennen u allemaal als zeer composed, als everything under control. Dat was even helemaal weg. Is het iets wat u bij zal blijven of was het een momentopname?"
"Dat blijft me wel bij. Maar ik was ook zeer onder de indruk van David Lilienthal. Dat realiseerde ik me ook wel: hoe lang die daar al is en wat het voor hem moet betekenen om daar afscheid te nemen. Ook daar was ik toch wel van onder de indruk. En verder ben ik wel vaker minder composed…" Vijf keer "bijzonder" binnen drie minuten. Er moet nog heel wat ijs ontdooien…

De afkomst
"U steekt uw Joodse afkomst niet onder stoelen of banken, hebt twee voornamen; een Joodse en een niet-Joodse. Wij kennen allemaal uw Joodse naam. Daar is over nagedacht, neem ik aan…"
"Dat weet ik eigenlijk niet of dat zo is. Het is heel simpel: ik heet naar mijn beide grootouders van moederszijde. Mijn grootmoeder heette Maria Anna, daarom heet ik Marius. Mijn grootvader heette Isaak. Het is een heel raar verhaal waarvan ik niet begrijp hoe het in elkaar zit en ik kan het ook niet meer achterhalen. Mijn moeder vond Isaak een rotnaam en daarom noemde ze haar vader Job. Waarom ze niet gewoon "Vader" zei of "Papa" ? dat weet ik niet. Job vond zij dus

Advertentie (4)