CIDI-jaaroverzicht: Lichte daling antisemitische incidenten in Nederland


Het vandaag verschenen CIDI-jaaroverzicht Antisemitische Incidenten in Nederland 2003-mei 2004 laat een lichte daling zien van het aantal antisemitische incidenten in Nederland ten opzichte van de vorige verslagperiode. Toen was er sprake van een stijging van 140%.

In zijn vorige rapportage concludeerde CIDI dat vanaf 2000 het aantal
antisemitische voorvallen toeneemt en de aard ervan ernstiger werd. Die
trend lijkt dit jaar te zijn doorbroken.

Niet alleen nam het aantal anti-Joodse incidenten af met 7,5%, maar ook
het aantal ernstige incidenten (fysiek geweld, bedreiging met geweld en
schending van monumenten/synagogen) is geringer. In totaal registreerde
CIDI 334 antisemitische voorvallen in 2003; in 2002 waren dat er 359.
Het aantal ernstige gebeurtenissen daalde met 40%. De voorlopige
cijfers over de eerste vier maanden van 2004 bevestigen dit beeld. De
daling in Nederland steekt gunstig af tegen de situatie waarin de
Joodse gemeenschappen in andere Europese landen verkeren, zoals
Frankrijk, Engeland en België. Een verklaring hiervoor zou de mate van
integratie van de migrantengemeenschappen kunnen zijn en de sterkte van
politiek extremistische organisaties en partijen..

Evenals in de vorige verslagperiode vinden veel incidenten plaats als
gevolg van berichten over het geweld in het Midden-Oosten. CIDI neemt
dergelijke incidenten alleen op wanneer het optreden van Israël tegen
de Palestijnen als argument wordt gebruikt Joden in het algemeen te
beschuldigen van ernstige misdrijven. Die beschuldigingen betreffen
vaak oude antisemitische vooroordelen, zoals complottheorieën die Joden
ervan beschuldigen tegen de wereld samen te zweren. Arabische
satellietzenders die ook in Europa te ontvangen zijn en internetsites
zijn de belangrijkste verspreiders. De vraag wanneer kritiek op Israël
overgaat in antisemitisme wordt in het jaaroverzicht nader besproken.

Er is een aantal trends dat ? ondanks de daling van het aantal
incidenten ? zorgwekkend is. Het aantal scheldpartijen tegen Joden is
toegenomen. Evenals vorig jaar is een aanzienlijk deel van de daders
van Noord-Afrikaanse afkomst. Het is belangrijk om te weten wie de
daders zijn. Niet om een bevolkingsgroep te criminaliseren of te
demoniseren, maar juist om de instrumenten om antisemitisme te
bestrijden op de daders af te stemmen. Een andere trend die vanaf 2000
valt waar te nemen is de stijging van anti-Joodse incidenten op
scholen. Dit houdt wellicht verband met de negatieve beïnvloeding van
de tweede en derde generatie Noord-Afrikanen over de Midden-Oosten
kwestie en hun grotere participatie in het onderwijs.

In het veld van racisme en discriminatie neemt antisemitisme vanwege
zijn bijzondere geschiedenis een aparte plaats in. CIDI betreurt het
dat de minister van Justitie geen apart beleid voor de bestrijding van
antisemitisme zal ontwikkelen. In zijn brief van 24 oktober 2003 aan de
Kamer schrijft hij dat dit zal worden ondergebracht in een ?brede
aanpak van discriminatiebestrijding in zijn geheel?. Daartoe zullen,
aldus één van de aanbevelingen in het CIDI-rapport, in ieder geval
duidelijker richtlijnen voor justitie en politie dienen te behoren.

In het rapport worden meer aanbevelingen gedaan. Een aantal werd ook al
in de vorige rapportages genoemd, zoals een actieve stellingname van
politiek en overheid tegen alle uitingen van antisemitisme en het
versterken van de dialoog tussen de Arabische en Joodse gemeenschap in
ons land. Met elkaar in gesprek komen en in gesprek blijven dient één
van de pijlers te zijn van de bestrijding van antisemitisme. In dit
kader beveelt CIDI aan geld vrij te maken voor programma?s, die op
scholen vooroordelen en geweld effectief bestrijden. Scholen zouden
beloond moeten kunnen worden, als zij een jaar lang nauwelijks of geen
antisemitische of racistische incidenten hebben gehad. An

Advertentie (4)