JMW geeft antwoord


Joods Maatschappelijk Werk is in de afgelopen maanden meermalen onderwerp geweest van artikelen in de dagbladpers waarin de organisatie in een kwaad daglicht werd gesteld. Directeur Hans Vuijsje zet de feiten op een rij en repliceert de beschuldigingen.

“Joods Maatschappelijk Werk is in de afgelopen maanden onderwerp
geweest van artikelen in de dagbladpers. Wij voelen ons daarbij ten
onrechte in een kwaad daglicht gesteld. Begin juli verscheen een aantal
artikelen. ‘Geld Joodse oorlogswezen verdwenen’ stond op de voor-pagina
van ‘Trouw’. ‘Van wie zijn de joodse miljoenen?’ kopte ‘Het Parool’. In
deze en andere artikelen die in deze periode verschenen, werden
ernstige beschuldigingen geuit richting JMW. Personen schroomden
daarbij niet de waarheid te verdraaien. Orthodox-joodse organisaties
hebben een rechtszaak tegen JMW aangespannen. Daartoe behoort een
aantal organisaties dat delen van het vermogen naar zich toe wil
trekken. Deze organisaties beschadigen daarmee niet alleen JMW, maar
allen die zich tot JMW wenden voor hulp en bijstand.

JMW wil een transparante organisatie zijn. Het is dan ook tijd om zaken recht te zetten. Onderstaand de feiten.

Publicatie – Het Parool: ‘strijd om joodse miljoenen’
(20 juli 2004) Vijftien orthodox-joodse organisaties hebben juridische
procedures tegen JMW gestart, omdat JMW op het punt zou staan zich geld
dat toebehoort aan Joodse voogdij-instellingen, toe te eigenen.

De feiten
In 1947 is JMW opgericht met als doel ‘de gehele sociale zorg aan de
Joden in Nederland uit te oefenen en te coördineren’. Aanvankelijk
echter bleven verschillende Joodse instellingen voor voogdij en
jeugdhulpverlening, waarvan de meeste van voor de oorlog dateren, nog
zelfstandig hun werkzaamheden uitoefenen. In 1950, als een deel van de
oorlogswezen volwassen is geworden, start een fusieproces waardoor vier
organisaties voor jeugdzorg gaan samenwerken onder de naam
‘Gefusioneerde Joodse Instellingen voor Kinderbescherming’. Vanaf de
jaren 1970 werken deze instellingen samen met JMW. In 1981 neemt JMW
het werk van deze instellingen geheel over. Alle werkzaamheden van deze
instellingen worden sindsdien door JMW uitgevoerd.
De instellingen die vanaf 1981 onder JMW zijn komen te vallen, droegen
niet alleen hun werk over aan JMW, maar ook het beheer van hun
vermogen. Deze vermogens werden gevoegd bij dat van JMW en werden
naderhand ondergebracht in de steunstichting ‘Samenwerkingsverband
JMW’. Dit gecombineerde vermogen was bestemd voor de ‘gehele sociale
zorg aan de Joden in Nederland’. Uit piëteit met het ? vooroorlogse ?
verleden bleven de voogdij-instellingen nog wel juridisch bestaan, maar
hun bestuur werd sindsdien gevoerd door JMW. Meer dan twintig jaar werd
door het Algemeen Bestuur van JMW het gecombineerde vermogen aangewend
voor de gehele sociale zorg die JMW verleent. In dat Algemeen Bestuur
was vrijwel geheel Joods Nederland vertegenwoordigd.
Als uitvloeisel van een bestuurlijke reorganisatie besloot het Algemeen
Bestuur in 2001/’02 tot een wijziging van de statuten van JMW en het
‘Samenwerkingsverband JMW’. Kort na dit besluit werd geconstateerd dat
een aantal van de instellingen in juridische zin ‘in staat van
ontbinding’ verkeert omdat ze geen verenigingsleden meer hebben. JMW
heeft vervolgens onafhankelijk juridisch advies ingewonnen. Op grond
van dit advies wordt tot een juridische fusie van de voormalige
zelfstandige voogdij-instellingen met ‘Samenwerkingsverband JMW’
besloten. Met die handelwijze wordt de juridische situatie in lijn
gebracht met de al lang bestaande feitelijke praktijk. Door een
juridische fusie verandert er voor derden niets. Alle rechten en

Advertentie (4)