Debat over interpretatie van The Passion of the Christ


De film The Passion of the Christ van Mel Gibson over de laatste twaalf uren in het leven van Jezus Christus is bejubeld en verguisd. Een van de terugkerende punten van kritiek en verontwaardiging is dat de film antisemitisch zou zijn omdat er een uitgesproken negatief en stereotiep beeld van de joden wordt uitgedragen.

De joden zouden de hoofdverantwoordelijkheid voor de kruisiging van
Jezus dragen, terwijl de Romeinse stadhouder Pontius Pilatus letterlijk
en figuurlijk zijn handen in onschuld wast. Sinds de oorsprong van het
christendom vormt (de interpretatie van) het zogenoemde lijdensverhaal
van Christus een explosief stuk geschiedenis. Het beeld van de jood als
Christusmoordenaar heeft de joden, letterlijk en figuurlijk,
achtervolgd.

Heeft regisseur Mel Gibson, zelf fundamentalistisch katholiek, ter
versterking van een conservatief christendom doelbewust de strijdbijl
opnieuw willen opgraven door oude anti-joodse stereotypen nieuw leven
in te blazen? Of dient hij geprezen te worden omdat hij de boodschap
van de Evangeliën getrouw maar met moderne middelen heeft weergegeven,
gedreven door de wil de mensheid van het lijden van Christus te
doordringen? In wat voor genre past deze zeer gewelddadige film, waarom
is hij juist nu gemaakt, en hoe welkom is hij in de al dan niet
fundamentalistisch christelijke wereld en in die van de islam?

In het kader van de colleges over de geschiedenis van het antisemitisme
door historica Evelien Gans (bijzonder hoogleraar Hedendaags jodendom,
zijn geschiedenis en zijn cultuur aan de Universiteit van Amsterdam)
wordt – na vertoning van The Passion of the Christ – over bovenstaande
en andere vragen gedebatteerd door een viertal hoogleraren: Hans Jansen
(Arabische wereld, islam; Universiteit Utrecht), Pieter van der Horst
(Nieuwe testament; vroegchristelijke, joodse en hellenistische wereld;
Universiteit Utrecht), Frank van Vree (Journalistiek en cultuur;
Universiteit van Amsterdam) en Irene Zwiep (Hebreeuwse, Aramese en
Syrische talen en culturen; Universiteit van Amsterdam). Evelien Gans
leidt het gesprek.

Tijd en locatie
Maandag 4 oktober, 19.15 – 23.00 uur
Universiteitstheater UvA, Nieuwe Doelenstraat 16, Amsterdam 
Toegang vrij

De Anti-Defamation League, de joodse organisatie die strijdt tegen antisemitisme, is ontstemd
over de zaligverklaring van de Duitse zieneres Anna Katharina Emmerich
op 3 oktober. Mel Gibsons omstreden film The Passion of the Christ is
mede gebaseerd op de visioenen die zij op haar langdurig ziekbed had.

De zieneres Anna Katharina Emmerich (1774-1824) werd geboren in het
Westfaalse Coesfeld. Ze trad in 1802 in bij de augustinessen van
Dülmen. Door een onbekende ziekte raakte ze ernstig verlamd. Tot haar
dood bleef ze bedlegerig. Zij ontving de stigmata en kreeg openbaringen
en visioenen over het leven van Jezus en Maria. Deze werden opgetekend
door de dichter Clemens Brentano.

Nu paus Johannes Paulus II Emmerich 3 oktober in het Vaticaan zalig
heeft verklaard, “krijgen haar antisemitische geschriften helaas opnieuw
aandacht”, zegt rabbijn Gary Bretton-Granatoor van de ADL. Hij
noemde het tijdstip van de zaligverklaring “ongelukkig en bijzonder
schadelijk”.
Door de populariteit van de film en daardoor van de geschriften van
Emmerich krijgen joden volgens de rabbijn opnieuw te maken met de
aloude aanklacht dat zij de Zoon van God hebben vermoord.

Advertentie (4)