Zoveel tranen…


Opnieuw heeft de Israëlische muziekwereld een groot verlies geleden. Zanger/tekstdichter/ componist Uzi Gitman overleed op zaterdag 16 oktober 2004 aan een hartstilstand. “Zoveel tranen” is het eerste lied van Gitman’s binnenkort te verschijnen achtste cd. Uzi Gitman is bij velen vooral bekend als schrijver van prachtige kinderliedjes.


Het lied “Zoveel tranen” gaat over de tranen om al de doden die voor en
in het land zijn gevallen. Maar de Israëlische radio draaide het lied
voor het eerst op zaterdag 16 oktober 2004, 1 chesjwan 5765. Een
tragische primeur als eerbetoon voor Uzi Gitman, die die middag, veel
te jong, op 52-jarige leeftijd aan een hartstilstand overleed in het
Sjeba Medisch Centrum, Tel Hasjomer. Maandag werd hij op de Yarkon
begraafplaats ter aarde besteld. Hij laat een vrouw, Aya, en drie zoons
achter, Ido, Oded en Yoav.

Gitman – ook wel gespeld als Hitman of Chitman – werd in 1952 geboren
in Givat Sjmoe’el en heeft zijn hele leven in Ramat Gan gewoond. Zijn
ouders waren sjoa-overlevenden, die zich in Israël hadden gevestigd.
Zijn vader was chazan en is zijn hele leven Tora blijven studeren. En
hoewel ze zich aan de tradities hielden stuurden ze de kinderen toch
naar seculiere scholen. Ook anderszins kreeg Uzi een vrije opvoeding:
thuis werden de platen van de Beatles en de Rolling Stones gedraaid en
van Enrico Macias, maar ook opera en liturgische en religieuze muziek.
Toen hij elf was lag hij in het ziekenhuis en toen zijn ouders hem wat
wilden opvrolijken vroegen ze hem of er iets was, dat hij graag wilde
hebben. Hij antwoordde: “Een gitaar!” Die kreeg hij en hij leerde
zichzelf erop te spelen. Voor zijn zeventiende verjaardag gaf zijn oma
hem een piano. Zijn militaire dienstplicht, van 1971 – 1973, vervulde
hij bij de afdeling, die het amusement voor de soldaten verzorgt.

In 1971 schreef hij ook zijn eerste liedje “Het liedje van de buurt”,
dat in 1974 door Izhar Cohen op plaat werd gezet. In 1973 schreef hij
een lied over het soldatenleven “Wie wist er nou hoe het zou zijn”, dat
dankzij de uitvoering van Boaz Sharabi heel populair werd tijdens de
Jom Kippoeroorlog. Na zijn diensttijd begon hij zijn muzikale loopbaan
als zovelen: in het buurtwerk. Ook werkte hij mee aan het vertalen van
werk van de Griekse dichter-componist (en later zo rabiate antisemiet)
Mikis Theodorakis, van wie in 1974 in Israël een soort musical op de
planken werd gebracht, “Een avond met Theodorakis”. En hij zong in het
achtergrondkoortje van de populaire zangeres Ilanit. In 1973 richtte
hij een eigen ensemble op “Hapopolim” waarmee hij zijn eerste plaat
opnam. 1976 was het jaar van zijn grote doorbraak: hij componeerde een
nieuwe melodie voor het “Adon olam”, die een grote hit werd op het
Chassidisch Song Festival van dat jaar en vervolgens ook in Joodse
gemeenschappen over de hele wereld. Met enige regelmaat volgden de
successen elkaar op. Behalve met Yizhar Cohen werkte hij ook samen met
Shimi Tabori, Chaim Moshe, Yigal Bashan, Dudu Zakai, Avi Toledano, Lior
Yanai, Nurit Galron en Zohar Argov.

In 1978 zong hij een eigen compositie op het Kinder Song Festval:
Ratsiti sjeteda (Elohim sjeli), een imaginair gesprek met God op een
vrolijke melodie. Het werd heel populair. Zakai zong op dat festival
een ander lied van hem: “Lama hagdolim lo lomdim mihaktanim?” (Waarom
leren grote mensen niet van kinderen?), dat de derde prijs won.

Korte tijd later, in 1979, werd zijn eerste kind geboren, Ido, een
zoon, voor wie hij het prachtige lied ” Noladeti lesjalom” (Ik werd
voor Vrede geboren) schreef, dat op zijn tweede album staat, dat kort
daarna werd uitgebracht. Ook het “Sexta” ensemble bracht het uit en
zong het ter ere van Sadat bij diens bezoek aan Jerusalem.

Gitman was een veelzijdig componist, die eigenlijk niet in een bepaald
vakje van de muziek is in te delen. Hij schreef tekst en

Advertentie (4)