Dilemma: hoe noemen we Israël zonder naam te noemen?


Bijbelverhalen waarin gesproken wordt over Israël zaaien verwarring onder basisschoolleerlingen en roepen associaties op met het Israëlisch-Palestijnse conflict. De uitgeverij die lesmateriaal verzorgt voor godsdienstonderwijs op protestants-christelijke lagere scholen probeert de landsnaam waar mogelijk te vermijden.

Volgens Hanna van Dorssen, hoofdredacteur van Kind op Zondag,
de afdeling van uitgeverij NZV  waar lesmateriaal
voor kinderkerkenwerk (zondagsscholen, jeugdkerkdiensten en
godsdienstige vorming) gemaakt wordt, zetten  kinderen een
‘is-gelijk-teken’ tussen Israël in de bijbelse en in de actuele
context. Haar afdeling hanteert de naam Israël (nog) wel.

Voor de afdeling Kind op Maandag,
waar materiaal voor het vak ‘geloofsverhalen (vroeger heette dat
Bijbelse Geschiedenis) op basisscholen wordt samengesteld, ligt het
moeilijker. Voor de vele islamitische leerlingen op de scholen is de
dubbele betekenis van Israël complex. In het theologische tijdschrift
Interpretatie schrijft hoofdredacteur Ulla Berger dat zij mede daarom
de naam Israël vermijdt.

“In Kind op Maandag kiezen wij er sinds enige jaren voor om de naam
Israël te vervangen door bijvoorbeeld: volk van God, Judeeers,
Hebreeen”, schrijft Berger. “Zolang het om het volk en de mensen gaat
is het niet zo moeilijk. Bij de geografische namen wordt het lastiger.
Zo noemen we regelmatig alleen het land, en wordt er geen naam bij
vermeld, bijvoorbeeld: de mensen in het land leefden niet naar Gods
Woorden.”

In achtergrondinformatie van Kind op Maandag, gericht aan leerkrachten,
valt wel de naam Israël, vervolgt Berger. En dat is volgens haar ook
niet te voorkomen. “De realiteit is immers dût Israël, zowel in de
bijbel als in de hedendaagse politiek, voorkomt. Die realiteit willen
we evenmin verdoezelen.”

Uitgeverij NZV – voorheen de
Nederlandse Zendingsschoolvereniging – zal zich volgende week woensdag
samen met de werkgroep Kerk en Israël van de Protestantse Kerk in
Nederland in een studiemiddag over dit dilemma buigen.

De protestantse predikant ds. J. de Vreugd, voorzitter van Christenen
voor Israël, toont zich in het Amersfoortse protestantse kerkblad
Drieluik geschokt over Bergers artikel. “Islamitische kinderen kunnen
zich eraan storen dat het blijkbaar in de bijbel altijd weer om Israël
gaat”, schrijft hij ironisch. “Stel je voor, dat ze daaruit de
conclusie zouden trekken, dat God iets bijzonders met Israël heeft!” De
Vreugd spreekt van anti-joodse vooroordelen en roept ouders op na te
gaan of hun kinderen met dit basisschoolmateriaal te maken hebben. “En
zo ja, bij de schoolleiding protest aan te tekenen tegen deze sluipende
indoctrinatie.”

Advertentie (4)