De stilte van 4 mei

Margriet Voormans presenteert al een aantal jaren op 4 mei voor de NOS-televisie een uitzending ‘vanaf locatie’, een plek in het land, ver weg van de officiële grote dodenherdenking op de Dam in Amsterdam. Op de website van TweeVandaag schrijft ze waarom de verhalen van 4 mei ieder jaar opnieuw verteld moeten worden.

Sinds een paar jaar mag ik op 4 mei voor de NOS-televisie een uitzending presenteren ‘vanaf locatie’, een plek in het land. Ver weg van de officiële grote dodenherdenking met hoogwaardigheidsbekleders, kransen en toespraken op de Dam in Amsterdam, leggen wij ergens in Nederland een loep op een ánder verhaal, één van die vele verhalen die nog verteld moeten worden. Het zijn haast roerloze uitzendingen, waarin niets spectaculairs gebeurt, en die we met een kleine redactie zorgvuldig voorbereiden. En in die weken van voorbereiding word ik van binnen steeds stiller, omdat het verhaal altijd weer m’n verstand te boven gaat. Hoe meer ik me erin verdiep, hoe minder ik ervan begrijp.

Dit jaar zijn we in het centrum van Meppel, in het Slotplantsoen, vlakbij de plek waar vroeger de synagoge stond. Daar woonden tot de oorlog veel joden, gewone Meppelers, die hun steentje bijdroegen aan het dagelijks leven van de dorpsgemeenschap. Zoals Bettje en Sientje Van Esso, moeder en dochter: Sientje een verdienstelijk amateur toneelspeelster. En Hartog en Rezina Goldsteen, met hun drogisterij op de hoek van de 2de Hoofdstraat, waar alle kinderen altijd een snoepje kregen. Of Salomon en Evalina Zaligman, met hun manufacturenzaak in de Woldstraat. En Coenraad en Schoontje van Es, hij onderwijzer aan de Akkerschool, zij secretaresse.

Allemaal gewone mensen, tot ze in de oorlog tot búitengewone mensen werden verklaard, door een fijnmazig systeem van registratie en isolatie, ter voorbereiding op de latere fases van dat systeem: deportatie en vernietiging.

Nadat ze in de eerste oorlogstijd al nauwkeurig waren geregistreerd en langzamerhand van het normale leven buitengesloten, werden in de nacht van 2 op 3 oktober 1942 alle Meppeler joden uit hun huizen gehaald. 80 woningen stonden in één klap leeg. Het was een puur Nederlandse aangelegenheid; er kwam geen Duitser aan te pas. In die ene nacht werden de joden naar kamp Westerbork vervoerd, de laatste Nederlandse halte op de route naar de vernietigingskampen. En van daaruit verder, soms al binnen een paar dagen, de hel tegemoet. Bijna niemand is uit die kampen naar Meppel teruggekeerd. Na de oorlog werd de synagoge afgebroken en wie niks van de geschiedenis weet zou denken dat er nooit joden in Meppel hebben gewoond. Weggevaagd, opgelost, onzichtbaar geworden.

Daarover gaat het dus in ons programma, op donderdagavond 4 mei.

In een normaal tv-programma zou ik antwoord willen krijgen op normale vragen: wie, wat, waar, wanneer, hoe en waarom? Bij deze uitzending weet ik bij voorbaat dat ik in elk geval op die laatste vraag geen antwoord krijg. Want nogmaals: hoe meer je ervan weet, hoe minder je ervan snapt.

En daarom moeten deze verhalen ieder jaar weer verteld worden. Om opnieuw de waanzin te benoemen, de verbijstering te verwoorden. En vooral om de slachtoffers uit de anonieme massa te tillen. Om ze een naam te geven en een gezicht. Te erkennen dat zij bestonden, dat zij daar leefden, in dat centrum van Meppel, bij het Slotplantsoen, vlakbij de synagoge. Ik hoop dat u kijkt.

Klik HIER voor een overzicht van alle columnisten van TweeVandaag.

Advertentie (4)