Een beetje propaganda voor Israël

Rena Cats volgde een maand lang oelpan in Jeruzalem. Zij schreef voor joods.nl hoe het voor haar was om, in deze moeilijke tijden, in Israël te zijn.

Twee jaar geleden ben ik serieus begonnen met een studie Hebreeuws. Naast een volledige dagtaak was dat een redelijk zware opgave maar wel te doen. Aangezien de lessen in Zwitserland haast onbetaalbaar zijn moet ik het met 1 keer in de week doen, maar met veel zelfstudie en veel huiswerk kom je ver.Ik wilde echter wat meer leren en besloot mij, medio 2001, op te geven voor een oelpan in Jeruzalem. Zoals we allemaal weten zijn er veel oelpaniem in Israël maar ik wilde uitsluitend in Jeruzalem zijn. Jeruzalem had mijn voorkeur omdat ik deze stad vrij goed ken en vooral ook vanwege de religie. Ondanks alle problemen waarover we lezen in de kranten bleef ik vastbesloten te gaan.De laatste keer dat we in Israël waren was in 1998 toen het tourisme bloeide. Het economische verschil met wat ik nu zag was verschrikkelijk. Het viel mij op dat, ondanks alles, de oelpanklassen vol waren. De meeste studenten waren Oliem Chadashiem (nieuwe emigranten) en dachten er niet over om weg te gaan uit Israël. Er waren veel Russische joden die naast de oelpan een baan hadden en sommigen hadden ook nog een gezin. Zij maakten lange en zware dagen, het huiswerk van de oelpan was namelijk niet gering.Verder viel het mij op dat er ook een paar studenten uit Oost-Jeruzalem waren. Moslims die voor het verkrijgen van een baan Hebreeuws moesten leren spreken en dat ook zeer verdienstelijk deden.Verder kom je alle nationaliteiten tegen.De stemming is geweldig en de oelpan-docenten doceren met hart en ziel. Al was de periode dat ik er was kort, ik heb in die tijd verschrikkelijk veel geleerd. Mijn lerares hier in Bern was verrast over wat je in een korte tijd op de oelpan kunt leren. Er wordt uitsluitend Hebreeuws gesproken, er word van je verwacht dat je hard werkt en dat je al het huiswerk maakt en leert wat gegeven is. Dit was niet altijd even makkelijk!Verder volgde ik iedere week een Tenach cursus aan een Conservatieve Jeshiva. Deze stond onder leiding van Amerikaanse Rabbijnen. De meeste studenten, heel jong, kwamen uit Amerika, een paar uit Engeland en Australië. De lessen worden in het Engels gegeven, het was echter wel handig als je wat Oud- en Bijbels Hebreeuws kent. Ook deze lessen waren erg interessant.De studenten, die in feite een opleiding voor Rabbijn volgen, wonen buiten de Jeshiva en reizen iedere dag naar school. Omdat er toch altijd de kans bestond op ‘suicide bombers’ ging ik persoonlijk liever niet met de bus. Ik was echter de enige uit mijn klas die niet met de bus door Jeruzalem reisde.Iedere avond, als het al lang donker was, na het maken van veel huiswerk liep ik -als vrouw alleen- door de goed verlichte straten van West-Jeruzalem naar de Klaagmuur. 40 minuten heen en 40 minuten terug. Ook de Oude Stad was uitstekend verlicht en werd goed bewaakt. Ik was nimmer bang, ik ben zelfs nooit aangesproken door iemand.Het dagelijks leven in Jeruzalem gaat even zo rustig door als in elke andere grote stad, waar ook ter wereld. Bomvolle straten, verkeersopstoppingen, stampvolle bussen en niemand die eigenlijk stil staat bij wat er iedere ochtend in de kranten geschreven stond, over de problemen in de Gaza en op de Westbank. Het staat in de krant, er wordt over gesproken op het Israëlische nieuws en het leven gaat door. De bewaking was overal goed, overal voelde ik mij veilig. Nogmaals, ik kan uitsluitend over Jeruzalem oordelen. Alle supermarkten, scholen, Synagoges en openbare gebouwen stonden onder strenge bewaking. Bij de ingang van de Klaagmuur, binnenkomend door de Dung Gate, zaten zelfs militairen met mitrailleurs. Ik heb menigmaal kleine ruzies gezien tussen de politie en mensen die de politiepost wilden passeren, ook tussen de politie en Chassidiem.Volgens mij kan men overal, zij het met enige voorzichtigheid, rustig lopen. Verborgen terrorisme zoals op zaterdaga

Advertentie (4)