Wat als Borat geen Jood was?

Borat bracht vorig jaar de gemoederen in beweging. Is de jongste satire van de Joodse Brit Sacha Baron Cohen, die onlangs op dvd verscheen, niet te grof? Joods Maatschappelijk Werk wilde weten hoe de achterban in Amsterdam daarover denkt en organiseerde gisteren een debat in Tuschinski, dat voorafgegaan werd door de film.

Cohens laatste typetje is Borat Sagdiyev, een Kazachstaanse reporter die door de regering van zijn land erop uit is gestuurd door de VS te reizen om een documentaire te maken.

Borat laat zich kennen als macho en racist en als homo- en Jodenhater, maar presenteert zijn levensstijl en opvattingen als typisch Kazachstaans. Met zijn buitensporige gedrag ontmaskert Cohen vooral de vooroordelen van de mensen die hij op zijn Amerikaanse queeste ontmoet. De Kazachstaanse regering zag dit anders en plaatste zelfs advertenties in The New York Times om de ‘leugens’ te ontkrachten. Koren op de molen van Cohen, die het uiteindelijk een Oscarnominatie zou krijgen.

Wie als willekeurige bezoeker de film bekijkt, zou misschien niet meteen denken dat de maker een jood is. Borat is een antisemiet van het zuiverste water. Maar als hij in zijn zogenaamde moedertaal spreekt, gooit hij er hebreeuwse woorden doorheen. Dat biedt kijkers die dat verstaan een extra dimensie.

Renée Sanders, documentairemaakster, Margalith Kleijwegt, journaliste/schrijfster – bekend van haar boek Onzichtbare ouders, de buurt van Mohammed B, toonden zich allen bewonderaars van Borat. Sacha Cohen toont met zijn film aan dat beschaving niet meer is dan een dun suikerlaagje, menen zij.

De vraag rees of het in islamitische kringen mogelijk zou zijn zoveel zelfspot op te brengen als Cohen doet in Borat.

Kleijwegt meende van wel. ”Nu lijkt dat bijna ondenkbaar,” zei Kleijwegt. ”Maar waarom zou het bij hen niet kunnen? Kijk maar eens Shouf shouf habibi.” Deze Nederlandse speelfilm over het leven van de twintigjarige Ap, een in Amsterdam opgroeide jongen uit een Marokkaans gezin die zijn plek probeert te vinden in de Nederlandse samenleving, strooit voorzichtig met humor en zelfspot.

De zaal had het soms moeilijk met het bijtende sarcasme van Borat. Het geheel vonden veel mensen te grof. Ze waren ronduit geschokt door de scène waarbij Borat en zijn zeer corpulente maat in een worsteling naakt over de grond rollen.

Veel bezoekers hadden hetzelfde gevoel over de film, verwoord door één van de bezoekers: ”Ik vraag me af hoe ik dit allemaal had opgevat als ik niet had geweten dat de maker een Jood was.” Ofwel, mogen niet-Joden dergelijke grappen ook maken?

Sommige deelnemers zeiden dat ze het al moeilijk vonden de film ‘in een gewone zaal’ te bekijken. Zou de film in zo’n omgeving bedreigend zijn? Zouden niet-Joden op de verkeerde momenten lachen? Een Joodse scholier die de film met Marokkaanse vrienden had bekeken, sprak dat tegen. ”Ze lachten bij de juiste grappen.”

Bron: Het Parool

Advertentie (4)