Drievoudige Yad Vashem plechtigheid in Winterswijk


Ditmaal valt de eer -postuum- te beurt aan het echtpaar Oosterveld, ‘opoe’ Oosterveld-Nieuwenhuis, het echtpaar Hiddink en het echtpaar Hannink. Zij allen krijgen voor hun onbaatzuchtige menslievendheid de eretitel “Rechtvaardigen onder de Volkeren”, en hun namen zullen worden gebeiteld in de Eremuur van Yad Vashem in Jeruzalem.

Donderdag
31 maart 2005 zal om 14.00 uur, in het Restaurant en Zalencentrum
Wamelink aan de Wooldseweg 71 te Winterswijk een Yad Vashem ceremonie
plaatsvinden.

De Ambassadeur van de Staat Israël, Eitan Margalit zal tijdens deze
plechtigheid de medailles en de bijbehorende certificaten 
uitreiken.

Postuum worden geeerd:

De heer Johan Oosterveld, zijn echtgenote Gerritdina -Dientje-
Oosterveld-Nijhuis en zijn moeder -opoe- Hermina Oosterveld-Nieuwenhuis.

Johan, zijn vrouw Dientje en Opoe woonden in een kleine boerderij aan
de Boekelosestraat 90 te Usselo. Omdat de boerderij niet genoeg
opleverde om van te leven, werkte Johan enkele dagen per week voor een
blekerij. Met paard en kar trok hij erop uit. Begin januari 1943 bracht
de heer Geerhard Hannink de joodse zusjes Sini en Annie de Leeuw naar
de Oostervelds. Aanvankelijk zouden zij maar een à twee weken blijven.
Dan zou de heer Hannink hen weer ophalen. Het werden evenwel twee jaar
en zeven maanden. Vol zorg en hartelijkheid werden de zusjes ontvangen.
Zij kregen een kamer op de bovenverdieping. In de winter aan de
voorkant omdat daar gestookt kon worden en ‘s zomers aan de achterkant.
Stromend water was er niet, er was een pomp. Iedere morgen bracht Opoe
of Dientje pompwater naar boven, zodat de zusjes zich konden wassen.
Het toilethuisje was buiten. De zusjes kregen een po, die door Opoe of
Dientje steeds geleegd werd.

Johan en Dientje, die kinderloos waren, en Opoe behandelden de zusjes
alsof zij hun eigen kinderen waren. Niets was hen teveel om het hen –
voorzover de omstandigheden dat toelieten – zo prettig mogelijk te
maken. Dientje vond het leuk om jurkjes voor Annie te maken. Zij haalde
regelmatig boeken voor hen. Sini en Annie moesten dag in dag uit hun
tijd doden. Sini gaf Annie wat les en liet haar bewegingsoefeningen
doen. Ook hielp zij Opoe en Dientje bij het aardappels schillen en
sokken stoppen. en Johan bij het melken – zij had immers een
melkdiploma.

Bij dreigend gevaar konden Sini en Annie zich verstoppen in een
schuilplaats die door Johan gemaakt was in de kast op hun kamer. Johan
had het achterste deel van de kast afgeschoten Wanneer men de verticale
plank weghaalde, was er een opening waar twee personen rechtop in
konden staan. De schuilplaats zag er voor het oog uit als een gewone
kast met legplanken waarop kleding en lappen stof lagen. Een paar maal
moesten de zusjes in deze schuilplaats. Eenmaal was het zeer angstig.
De nazi’s, die weereens een huiszoeking deden, stonden pal voor de
kast. Ze doorzochten de kast, namen lappen stof mee en vertrokken. In
oktober 1944 vorderden de Duitsers de kamers beneden. Geen moment
dachten de Oostervelds erover hun onderduikers naar een ander
onderduikadres te brengen. “Jullie horen bij ons”, zeiden zij. En Johan
merkte op: “Welke gek zal nu joden zoeken in een huis waar Duitsers
zijn”. Omdat de Duitsers beneden aan de voorkant zaten, moesten de
zusjes aan de achterkant blijven, waar niet gestookt kon worden. Daarom
verbleven zij de hele dag in bed. Om te voorkomen dat de Duitsers
ongezien de trap op konden, had Johan een voorziening gemaakt. Alleen
via de keuken was de trap nu bereikbaar en daar was altijd iemand.. Op
een middag ging plotseling de keukendeur open en stond Annie in pyjama
in de deuropening. Opoe en Dientje waren in de keuken, ook een Duitse
soldaat.

Advertentie (4)