LJG: Ki Tetse, Dewarim (Deuteronomium) 21:10-25:19


Als u onderweg toevallig een vogelnest vindt in een boom of op de grond, een nest waarin een vogel op haar jongen of haar eieren zit, dan moet u het moederdier zelf ontzien als u het nest mocht uithalen. De jongen mag u meenemen, maar de moeder moet u in elk geval laten gaan. U zult er wel bij varen, een lang leven zal u beschoren zijn. (Dewarim 22:6-7)

“We
moeten aanvaarden dat op een of andere wijze of we het nu kunnen
begrijpen of niet, God goede reden had om het Joodse volk de mitzvot te
geven.”

Lessen voor Tegenwoordig.

HET COMMENTAAR VAN DE WEEK

De Sefat Emet, Rabbi Jehoedah Leib Alter of Ger zegt:
De Midrasj zegt: “Precies zoals God compassie toont voor mensen, zo
toont God medeleven voor dieren en vogels.” Maar een tegenwerping wordt
gemaakt door de Misjna, die leert dat als [een chazzan] zegt, “Uw
genade reikt zelfs tot het vogelnest”, hij het zwijgen opgelegd moet
worden. De Talmoed legt uit dat “hij Gods eigenschappen maakt tot
genade, terwijl ze eigenlijk slechts bevelen zijn.”

De betekenis van de Midrasj is dat God zijn compassie in alle
schepselen heeft geplaatst, zoals het staat: “Zijn liefde omvat heel
Zijn schepping” (Tehilim [psalm] 145:9). Mensen hebben medelijden met
mensen, maar niet met dieren; mensen vatten of begrijpen helemaal niets
van de dierengeest. Wij mensen begrijpen noch het bewustzijn noch de
liefde van de dieren. Op dezelfde manier begrijpen engelen de
menselijke geest niet; we zijn als dieren voor hen. Alleen God, die
alles weet, begrijpt onmiddellijk de geest van engelen, mensen, dieren
en de rest van de schepping.  
   
Daarom staat er geschreven: “Zijn liefde omvat heel Zijn schepping”,
God begrijpt de gevoelens van de moedervogel die broedt op haar
kuikens, als ze samen met ze wordt weggenomen. God begrijpt eveneens
[de dierengevoelens als] “zowel zij als haar jong op dezelfde dag
geslacht worden” (Wajikra 22:28).

In werkelijkheid plaatste God deze mate van compassie in de aard van
elke diersoort; het is te danken aan deze mitswot die betrekking hebben
op de dieren, dat compassie bij hen bekend is. Het hele bestaan van de
schepping is mogelijk door compassie. “Hij regeert Zijn wereld met
genade en Zijn schepselen met mededogen.” Hierdoor weten wij dat
compassie door de hele schepping heen wordt gevonden.

Gelezen wordt:
Dasberg choemasj deel II, blz. 198 e.v.
Haftara Jesjajahoe [Jesaja] 54:1-10
Dasberg choemasj deel II blz.: 270

Klik op het logo om verder te lezen op de website van de LJG.

Vertaling: Paula Reisner

Voor het origineel zie www.kolel.org/pages/5763/kitetze.html

Advertentie (4)