Katholieke beeldvorming over Joden: een dubbel gezicht

Van de hand van theoloog Marcel Poorthuis en historicus Theo Salemink is onlangs een omvangrijke studie naar de beeldvorming over joden onder katholieken verschenen. Op 28 april overhandigden de auteurs het eerste exemplaar aan mgr. Ad van Luyn, bisschop van Rotterdam, en Ruben Vis, secretaris van het NIK.

De redactie stelde een verslag samen uit een interview met dr. Salemink en het naar aanleiding van de boekpresentatie georganiseerde symposium.

Het ruim 800 bladzijden tellende werk ‘Een donkere spiegel. Nederlandse katholieken over joden. Tussen antisemitisme en erkenning 1870-2005’, geeft een diepgaand inzicht in de manier waarop katholieken in de genoemde periode tegen Joden aankeken. De conclusies die hieraan worden verbonden leveren volgens Poorthuis en Salemink een ‘dubbel gezicht’ en een ‘gelaagd universum’ op.

Enerzijds bestond in de katholieke kerk van oudsher een diep geworteld anti-judaïsme. Doordat de Joden Jezus niet erkenden als de zoon van God, werd het Jodendom gezien als een blinde, dwalende religie. Grimmiger was de beschuldiging van godsmoord: niet alleen erkenden de Joden Jezus niet, ze hadden hem ook nog vermoord. In de katholieke traditie stond de kruisdood van Jezus gelijk aan moord op God zelf. Tot de dag dat het Joodse volk zich alsnog zou bekeren tot het christendom, zou het gedoemd zijn een zwervend bestaan te leiden.

Eind 19e eeuw zag bovendien een conservatieve zijstroom in de katholieke wereld in de Joden de ‘exponenten van een gevaarlijke moderniteit’. Ook verschijnselen als kunst, democratie en wetenschap werden als zodanig beschouwd.

De Shoah en de stichting van Israël hebben geen invloed op het heersende beeld. Opmerkelijk is, dat ook na 1948 het Joodse volk nog vaak als ‘zwervend’ wordt aageduid. De preken hanteren dan ook vaak stereotypen en zijn niet toegespitst op de actualiteit. Pas vanaf 1960 vindt er volgens Salemink een ‘paradigmatische breuk’ plaats in de katholieke theologie: er is ineens sprake van dialoog, erkenning, gedeelde hoop en gezamenlijke verantwoordelijkheid en van de Joden als ‘tweede volk Gods onderweg’.

Tegelijkertijd leiden deze sentimenten niet vanzelfsprekend tot racistisch antisemitisme, menen de onderzoekers. Uit de talloze, door Salemink en Poorthuis bestudeerde preken waarin de eeuwenoude negatieve bejegening van de joodse religie overeind bleef, kwam slechts in enkele gevallen felle haat jegens het Joodse volk voor. Er werd in de preken dan ook, opvallend genoeg, niet opgeroepen tot geweld tegen Joden of bijvoorbeeld het boycotten van Joodse handelswaar. Teun-Jan Tabak die voor het tv-programma Kruispunt het boek las en een rapportage erover maakte, concludeert: "Opvallend aan de preken was, dat de priesters er geen consequenties aan verbonden. Natuurlijk kan het niet anders of de preken misten hun uitwerking niet op de parochianen, als gevolg waarvan de Joden er in het denken van de katholieken niet al te positief vanaf kwamen. Maar wat binnen de kerk gezegd werd, werd op geen enkele manier vertaald naar het leven van alledag buiten de kerkdeur."

Toen het nationaal-socialisme terrein won in Duitsland, neigden wel enkele katholieke bewegingen naar het fascisme, maar tegelijkertijd klonken er ferme veroordelingen van de jodenvervolging vanuit de katholieke kerk. In 1942 uitte aartsbisschop Jan de Jong publiek protest tegen de deportatie van de Nederlandse Joden. Hij verbood katholieken om er op welke wijze dan ook aan mee te werke

Advertentie (4)