Alle vormen van negationisme moeten strafbaar worden

Tweede-Kamerlid voor de ChristenUnie Tineke Huizinga heeft op 1 juni jl. een initiatiefwetsvoorstel ingediend waarin het ontkennen van genocide op een manier die mensen discrimineert, beledigt of aanzet tot haat of geweld, strafbaar wordt gesteld.

De eerste positieve reactie kwam van het 24 april Comité van de Federatie van Armeense Organisaties in Nederland (FAON), en van de organisaties die adviseerden bij het opstellen van het wetsvoorstel. De toelichting op het wetsvoorstel refereert aan de Armeense genocide (1915), een gebeurtenis die door Turkije overigens wordt ontkend en in Turkse kring uiterst gevoelig ligt. Inge Drost van het 24 april comité zei dat alleen al de aankondiging van het wetsvoorstel heeft geleid tot een stroom protesten van Turkse zijde aan het adres van Tweede-Kamerleden.

Behalve de Armeense federatie leverden ook het Landelijk Bureau ter bestrijding van Rassendiscriminatie, het Centrum voor Holocaust en Genocide Studies en het Centrum voor Informatie en Documentatie Israël (CIDI) bij het maken van het wetsvoorstel. CIDI-directeur Ronny Naftaniel zag daar eerst niet veel in, omdat rechters zich bij hun veroordeling van Holocaust-ontkenning veelal richten op het belang van overlevenden. Maar nu hun aantal steeds kleiner wordt moet de strijd tegen het negationaisem op een andere manier worden aangepakt, meent Naftaniël.

Het ingediende wetsvoorstel beoogt het ontkennen, op grove wijze bagatelliseren, goedkeuren of rechtvaardigen van volkerenmoord en misdrijven tegen de menselijkheid te verbieden op straffe van een boete of een gevangenisstraf van maximaal een jaar. Van strafbaarheid is sprake als de (publieke) ontkenning van een genocide bewust wordt gedaan. En dit in de wetenschap dat mensen daardoor op discriminerende wijze worden beledigd, of met de bedoeling aan te zetten tot haat of geweld tegen bevolkingsgroepen.

Negationisme, zoals Huizinga het ontkennen van genocide betitelt, “is onverteerbaar voor de slachtoffers en hun nabestaanden. Opzettelijke verdraaiing van feiten, het niet erkennen van het kwaad dat is aangedaan, is een nieuwe aanslag, een trap na.'” Huizinga zegt niet te willen morrelen aan de vrijheid van meningsuiting, maar wil slachtoffers van negationisme in staat stellen zich met de strafwet in de hand te weer te stellen.’

Huizinga vindt een wettelijk verbod op genocide-ontkenning “een helder en niet mis te verstaan signaal naar negationisten”. Het ontkennen van de Holocaust valt na diverse gerechterlijke uitspraken al onder het discriminatieverbod. Zo werd in 1995 Holocaustontkenner Siegfried Verbeke veroordeeld voor het zenden van materiaal aan scholen, bibliotheken en particulieren met een Joods klinkende achternaam.

Huizinga wil met haar wetsvoorstel bereiken dat deze jurisprudentie wordt doorgetrokken naar andere “breed erkende” volkerenmoorden. Een wettelijk kader is volgens haar daarnaast noodzakelijk om uitingen van negationisme via internet effectief aan te kunnen pakken. Daarbij geldt dat de uitingen te herleiden moeten zijn tot personen of organisaties in Nederland.

{mos_sb_discuss:29}

Klik HIER voor de tekst van het wetsvoorstel.

Advertentie (4)