De Tien Geboden

De parasja van de week, voor kinderen verteld. Vandaag: de ontmoeting met Jitro, en wat er gebeurde bij de berg Sinaï.

JitroJe weet vast nog wel dat er heel bijzondere dingen waren gebeurd nadat het volk Israël uit Egypte was weggetrokken: de doortocht door de Rietzee, het bittere water in de bron dat weer zoet en drinkbaar werd, het manna en de kwartels en ook het water dat zomaar uit de steen stroomde toen Mosjé met zijn stok op de rots sloeg.Jitro had verhalen gehoord over alle wonderbaarlijke dingen die Hasjem voor het volk Israë had gedaan. Hij wilde zijn schoonzoon graag weer eens zien en alle verhalen van Mosjé zelf horen. Daarom ging Jitro bij Mosjé op bezoek in de woestijn. Jitro nam Tsipora en de twee jongens Gersjom en Eliëzer mee, want die hadden hun man en vader ook heel lang niet meer gezien. Gersjom was de oudste. Mosjé had hem die naam gegeven omdat hij in Egypte geboren was. Gersjom betekent "Ik ben een geer – een vreemde – geweest in een vreemd land." Toen de jongste zoon geboren werd had Mosjé ook hem een heel mooie naam gegeven: Eliëzer. Dat betekent "mijn G-d helpt" want Mosjé had gezegd: "De G-d van mijn vader heeft me geholpen en heeft mij gered van het zwaard van Par’o."Mosjé was heel blij toen hij zijn schoonvader Jitro met Tsipora en hun beide zoons aan zag komen. Ze begroetten elkaar hartelijk. Daarna gingen ze in Mosjé’s tent zitten om te praten, want ze hadden elkaar heel veel te vertellen. Mosjé vertelde over alle wonderen die Hasjem gedaan had, hoe Hasjem ervoor gezorgd had dat het volk Israë veilig uit Egypte was weggegaan en door de woestijn had kunnen trekken zonder dood te gaan van dorst en honger. Jitro werd er stil van, en zei toen: "Gezegend is Hasjem die jullie gered heeft uit de macht van de Egyptenaren en van Par’o. Nu weet ik dat Hasjem groter is dan alle andere goden."Het leven in de woestijn verschilde eigenlijk niet eens zo veel van het leven in de stad. Ook in de woestijn waren er mensen die problemen hadden, en die kwamen bij Mosjé om hulp. Ze vroegen of Mosdjé ruzies wilde oplossen, en wilde beslissen wie er gelijk had. Mosjé had het er vreselijk druk mee: de hele dag zat hij in zijn tent en luisterde naar de mensen en loste hun problemen op. En Mosjé leerde de mensen tegelijkertijd wat hijzelf van Hasjem geleerd had, over hoe je als goed mens moet leven. Alle mensen wisten dat Mosjé een heel wijze man was, en daarom bleven ze allemaal staan luisteren, ook als hun eigen probleem was opgelost.Maar Jitro maakte zich zorgen om zijn schoonzoon: "Ik vind het geweldig wat jij allemaal voor de mensen doet, Mosjé, maar het is veel te veel werk voor jou alleen! Waarom laat je je niet helpen? Er zijn vast wel verstandige mannen te vinden die ook problemen kunnen oplossen. Dan laat je hen de gemakkelijke zaken doen, en heb jij tijd om je bezig te houden met de moeilijke gevallen, en kun je doorgaan met de mensen de wetten en regels van Hasjem te leren."En dat deed Mosjé. Hij stelde wijze mannen aan waar de mensen altijd naartoe konden als er ruzies en problemen moest worden opgelost. De wijze mannen, rechters noemen we ze, lieten de moeilijke en belangrijke zaken over voor Mosjé. Die wilde hij zelf blijven berechten. Toen Jitro zag dat Mosjé zijn goede raad had opgevolgd was hij gerustgesteld. Hij nam afscheid van Mosjé en ging terug naar zijn eigen land.De berg SinaïPrecies drie maanden had die grote groep mannen, vrouwen, kinderen en dieren door de woestijn getrokken, op weg naar het beloofde land, toen ze bij de berg Sinaï. Met die berg was iets bijzonders aan de hand, want er groeide gras op en bomen. Midden in de woestijn, je kunt je wel voorstellen hoe verbaasd de Israëlieten waren! Het was een goede plek op de tenten neer te zetten, aan de voet van

Advertentie (4)