Parsja 14A Wa’era (Sjemot/Exodus 6:2-9:35)

Het besef dat G’d naar ons luistert is de basis van onze spiritualiteit.

Daarom raadt de Talmoed ons aan om als bitter kruid (maror) iets te nemen dat in het begin zoet is en daarna een bittere nasmaak geeft. Dit was precies de manier waarop de Egyptenaren de slavernij initieerden. De krachten, die onze spirituele groei bedreigen, laten zelden hun tanden en destructieve karakter direct aan het begin zien. Ze dringen bij ons binnen, totdat ze een stevige pied à terre hebben in ons leven. Daarna wordt het bijna onmogelijk om ze weer te verwijderen. Het lijkt bijna op een verslaving.Verslaving aan aardse zaken maakt niet gelukkigHet lijkt bijna op een verslaving. In het begin van gewenning neigen we ertoe om te denken, dat sigaretten, alcohol of drugs ons laten ontspannen, beter laten omgaan met onze medemens, ons helpen slapen en zelfs ons werk vergemakkelijken. Tegen de tijd dat men reeds verslaafd is, wordt het bijna onmogelijk om uit de klauwen van deze verslaving los te komen.De aardse neiging wordt in de Talmoed op dezelfde wijze beschreven. De jetser hara (aardse neiging) kan zelfs zeer idealistisch beginnen maar uiteindelijk wil het de mens onder zijn heerschappij brengen. Het onschuldige uiterlijk, dat hij in het begin aanneemt, is slechts een onderdeel van zijn bedrieglijke strategie. We zijn veel kwetsbaarder wanneer de tactiek van onze spirituele vijand sympathiek overkomt. Om onszelf bewust te worden van onze geestelijke aftakeling moeten wij onszelf bij tijd en wijle evalueren en analyseren. Wanneer we slaven van onze gewoonten zijn, hebben we geen persoonlijke vrijheid meer. Dat is misschien wel de grootste bedreiging en belediging van een oprecht mens."Om het volk te onderdrukken met hun lasten"Het belangrijkste doel van de Egyptenaren was niet zozeer om de steden Pitom en Ramses te laten bouwen maar eerder om de Joden ermee te belasten en pijnigen. De Talmoed legt uit, dat zij de steden moesten bouwen in een moerassig gebied, waar de stenen uiteindelijk in de grond zouden zinken. Nadat een stenen muur met veel moeite opgebouwd was, kwamen de slaven de volgende dag terug en ontdekten, dat de muur alweer gedeeltelijk verdwenen was in het moeras. Mensen willen nuttig werk doen en raken ernstig gedesillusioneerd wanneer blijkt dat ze weinig hebben bewerkstelligd met hun werk.Wat leert dit ons? Ook wij steken veel inspanning in ons leven. Op een dag zullen ook wij ons afvragen "waar was dit allemaal goed voor?". Wanneer we aan het eind van ons leven ontdekken, dat wij weinig hebben bijgedragen aan de groei van de mensheid of onze eigen spirituele ontplooiing, raken we pijnlijk teleurgesteld."Wie is wijs? Hij die de toekomst kan voorzien!" (B.T. Tamied 32a). Uiteindelijk zullen we een punt bereiken waarop wij terugkijken op ons leven en ons afvragen wat we bereikt hebben. Als we inderdaad iets groots in Tora en mitswot bereikt hebben, dan kunnen wij zeker zijn, dat dat een topervaring zal zijn."En wij schreeuwden tot G’d"De verlossing uit Egypte was niet het gevolg van een georganiseerde opstand. Het gebeurde door een plotselinge G’ddelijke interventie. Maar waarom gebeurde het niet eerder? Waar waren al die jaren van leed voor nodig?Wanneer een moeder haar kind naar de dokter brengt voor een prik, kan het gebeuren dat het kind, zodra het de arts gewaar wordt, begint te schreeuwen en te gillen omdat het kind eerder onprettige ervaringen heeft gehad met dokters. De moeder helpt de dokter door het kind stevig vast te houden. Het kind slaat en schopt om zich heen en ook zijn moeder. Het kind ervaart het gedrag van de moeder als verraad. In plaats van het te beschermen, zoals ze altijd doet, werkt ze nu samen met die brute agressor, die het kind wil steken met een scherp instrument. Zodra de prik gegeven is, omhelst het kind zijn of haar moeder weer! Maar was dezelfde moeder niet net nog een verrader, die hem of haar vreselijke pijn liet ondergaan?Lijden

Advertentie (4)