Parsja 44-A Re’e (V: 11:26-16:17)

In Re?e wordt over kosjer slachten en kosjere dieren gesproken. Hier volgen enkele achtergrondgedachten over ons kasjroet.

Verwijder het bloedAdam en Eva waren vegetariërs. Dit bleef zo tot de tijd van de zondvloed in de dagen van Noach. Noach kreeg dispensatie om vlees te eten (Genesis 9:3) maar de Tora eist dat men eerst het dierlijke bloed verwijdert. Wellicht bedoelt de Tora het vlees te zuiveren van het bloed dat het dierlijk instinct symboliseert. Immers, door consumptie van dit bloed zou men iets over kunnen nemen van het dierlijke. Misschien bedoelde de Tora dat er een biochemisch proces in werking gezet zou worden dat het dierlijke in de mens zou activeren en vreesde G’d dat men te dicht bij een dierlijke mentaliteit zou geraken. Ook is het mogelijk dat hier slechts in symbolische termen wordt gesproken. Wat er ook bedoeld zij, de Tora waarschuwt ons niet dichter bij het dierlijke te komen dan strikt noodzakelijk.Al deze uitleggingen verklaren echter niet de specificatie van kenmerken, waaraan kosjere dieren herkenbaar zijn: gespleten hoeven en herkauwen. Waarom zijn het juist deze eigenschappen, die het kasjroet bepalen? De Tora spreekt hier in een metafoor, geeft in overdrachtelijke termen aan hoe wij het heiligheidideaal kunnen bereiken.Wat betekent eigenlijk de term heiligheid?Heilig kan twee dingen betekenen:verheven, in de zin van enigszins hoger staan dan het alledaagse aardse; bovendien duidt het opvolledig – heilig en heel, in psychologische termen: een geïntegreerde persoonlijkheid.IntegratieDe meeste van ons leven in twee werelden; in het dagelijkse leven moeten wij ons bezighouden met alledaagse, aardse zaken. We werken in een bedrijf, verkopen schoenen, aandelen of huizen, zijn huisvrouw, runnen een school of drijven een incassobureau. Op Sjabbat en Jom Tov zijn we Joods; we gaan naar synagoge en leren Tora. Nederlandse Joden staan niet alleen ‘met beide benen op de grond’ maar ook met één been in de Joodse en met het andere been in de niet-Joodse wereld.Vroeg of laat leidt deze dubbelrol tot een cultuurclash – een botsing tussen waarden en overtuigingen vanuit verschillende achtergronden. Dit brengt de mens uit balans: soms helt hij te veel over naar de profane kant van zijn leven. Er ontstaat dan een dubbele moraal. In de materiële sfeer kan hij niet genoeg krijgen terwijl hij zich reeds tevreden stelt met een absoluut minimum aan Joods leven.Zo heeft men zich dienstbaar gemaakt aan de economische machine die de eigen handen hebben opgebouwd. Hij bekommert zich meer om efficiency en succes dan om de groei en ontplooiing van zijn geestelijk leven. Bij deze handelsinstelling verliest de mens zijn identiteit; hij raakt van zichzelf vervreemd, leidt een gespleten en ongeïntegreerd leven; het omgekeerde van heiligheid in de zin van volledigheid. Zo worden idealen slechts beleden maar niet nagestreefd. Een G’dsdienst belijden betekent nog niet dat men een religieus waardevol leven leidt.Wil een dier kosjer zijn, dan moet het allereerst hoeven hebben. Hoeven duiden op onze houding tegenover het materiële. We moeten er enigszins boven staan, het relatieve ervan inzien. We staan met onze beide benen op de grond. Prima! Als het ook daarbij blijft. Heiligheid is ver te zoeken als ook ons hoofd volledig geabsorbeerd wordt door het aardse.Eén van de chassidiem – volgelingen – van de bekende Rebbe Sjolem Dov Beer, werd aangesteld als manager in een fabriek voor rubber overschoenen. Al snel werd hij steeds meer in beslag genomen door zijn zakelijke beslommeringen. De Rebbe merkte eens op: ‘Voeten in overschoenen zie ik dagelijks, maar een hoofd in overschoenen heb ik nog nooit gezien’.De hoeven moeten gespleten zijn – we moeten selectief zijn. Met de rechterhand moeten wij de medemens naar de Tora brengen, met de linkerhand compromissen verwerpen. Onze Jodendombeleving mag door contacten met de buitenwereld, waar heel andere waarden leven, niet verwat

Advertentie (4)