Yad Vashem ceremonie in Leeuwarden

Eén van de belangrijke taken die de Staat Israël zich stelt, is het eren van mensen, die zelf niet joods zijn en die met inzet van eigen leven, en vaak ook dat van hun huisgenoten, tijdens de Holocaust joodse medeburgers probeerden te redden.

Op woensdag 28 november 2001, zal om 11.00 uur, in het Verzetsmuseum, op de Turfmarkt 11 te Leeuwarden een Yad Vashem ceremonie plaatsvinden.De Ambassadeur van Israël, de heer Eitan Margalit zal de medailles en de bijbehorende certificaten tijdens deze plechtigheid uitreiken.In het Verzetsmuseum te Leeuwarden zullen postuum worden geëerd:De heer Koop Klaasz Visser en zijn echtgenote mevrouw Riemke Visser-Cnossen, beiden postuum.In het weidse Friese landschap tussen de dorpen Langweer en Hommerts lag aan het kanaal De Nieuwe Weg (nu Prinses Margrietkanaal) Coevorderhûs, een nederzetting van ongeveer zes boerderijen.Eén van deze boerderijen was van Koop Visser en zijn vrouw Riemke. Zij woonden daar met hun vier kinderen: Lieuwe, Lipkje, Jeltje en Klaasje.In de oorlogsjaren 40-45 woonden alleen Jeltje en Klaasje nog thuis. Lieuwe, getrouwd met Annigje Hoekstra en Lipkje, getrouwd met Jan Hofman, woonden elders. Lieuwe werkte op de boerderij van zijn vader. Ook was hij actief in De Ondergrondse – de verzetsbeweging tegen de Duitse bezetter.Wanneer in de omliggende dorpen gevaar dreigde van razzias, vonden regelmatig verschillende verzetsmensen, joodse en niet-joodse onderduikers bij Koop en Riemke voor korte of langere tijd een schuilplaats. Koop en Riemke waren zich terdege bewust welk gevaar zijzelf hierbij liepen. Vanuit hun Christelijke geloofsovertuiging zagen zij het eenvoudig als hun plicht om te helpen. Toen dan ook, begin 1944 De Jong en Attema, twee Friese politiemannen en -net als Lieuwe- actief in het verzet, hen kwamen vragen of zij een joods kind in hun huis wilden opnemen, zeiden zij, zonder aarzelen, ja.In april 1944 kwam de toen 10-jarige Carry Aldewereld. Haar onderduiknaam was Corrie Miedema, een zogenaamd evacueetje uit Rotterdam. Zij had reeds verschillende onderduikadressen gehad. Nu kwam zij in een rustige, landelijke omgeving. Bij Omke Koop en Moike Riemke kon zij zich vrij bewegen in en om de boerderij. Alleen als er vreemden kwamen moest zij boven blijven. Jeltje, toen 16 jaar, werd haar grote zus; Klaasje, toen 4 jaar, haar kleine zusje. Jeltje bemoederde Corrie en Corrie op haar beurt bemoederde Klaasje.Naar school gaan was voor Corrie, gezien het gevaar, uitgesloten. Op de boerderij hielp zij een beetje mee; leerde breien, borduren en karnen.Na de bevrijding, mei 45, toen geen familie van Carry zich meldde, maakte Omke en Moike haar duidelijk dat zij kon blijven zolang zij wilde en zolang dat nodig was. Twee maanden later, in juli 1945, vond Janna Aldewereld-Wurms via Rode Kruis-lijsten haar dochter Carry. Gelukkig had Carrys zusje het concentratiekamp overleefd, maar haar vader, Simon Aldewereld, bleek in 1943 door de Nazi’s te zijn vermoord.Omringd door hun familie en Carry -nu mevrouw Steinmetz-Aldewereld- en haar zoon, nemen Jeltje -nu mevrouw Lazet-Visser- en haar neef (oudste zoon van Lieuwe Visser) de onderscheiding in ontvangst.De heer Folkert de Boer en mevrouw Ettje de Boer-Dekker, beiden postuum.Het echtpaar De Boer woonde met hun drie kinderen, Hendrik, Gerard en Aukje in de Julianalaan te Leeuwarden. Folkert was belastingambtenaar en werkzaam in de buitendienst. Hij was enige jaren gemeenteraadslid en wethouder in Leeuwarderadeel. Ettje was huisvrouw.In de oorlogsjaren 40-45 waren zij -beiden toen vijftigers- actief in het georganiseerd verzet tegen de Duitse bezetter. Eén van hun verzetsactiviteiten was hulp verlenen aan neergestorte geallieerde piloten. Zij verborgen hen voor korte of langere tijd in hun huis en hielpen hen via een vluchtroute te ontsnappen naar Engeland. De Amerikaanse president Eisenhower heeft Ettje de Boer-Dekker hiervoor onderscheiden.Ondanks alle gevaar dat het verzetswerk

Advertentie (4)