Ontzet

Tom Spiero over Israëlische en Nederlandse cultuurverschillen, joodse xenofobie en de vreemdeling in ons.

De afgelopen week stond in de eerste plaats in het teken van de VN Conferentie in Durban. Ik heb daaraan al aandacht besteed. De toespraak van Israël?s onderminister van Buitenlandse Zaken, rabbijn Michael Melchior, deed mij beseffen dat ik niet alleen meestal ongelukkig ben met (ex-) militairen in de Israëlische politiek, maar ook met rabbijnen. Waar rabbijn Melchior naar de oude teksten verwijst, riskeert hij de verdenking van zijn niet-joodse gehoor dat hij de algemeen aanvaarde waarden die daaruit spreken als exclusief joods ziet. Dat is een ongelukkig risico. En ? onder ons gezegd en gezwegen ? wanneer wij die waarden inderdaad verinnerlijkt zouden hebben en er naar zouden leven dan zou ook ik de komst van de Mesjiach ieder moment verwachten. Uitdrukking geven aan de pijn van de Shoah heeft nog maar weinig antisemieten van gedachten doen veranderen. Wij hebben allen de verantwoordelijkheid om onwetendheid te bestrijden en ons in te zetten tegen vreemdelingenhaat en elke vorm van discriminatie. Het lijkt alsof de Amerikaanse joodse gemeenschap die verantwoordelijkheden onvoorwaardelijker en breder omarmd heeft dan diezelfde gemeenschap in Europa.En dan was er dus die reis. In het Radio1 Journaal was ook al aandacht besteed aan de missie. Daarin rapporteerde een lid van de Jonge Socialisten erover. Zij, de Jonge Socialisten, gingen zich sterk maken voor een economische boycot van Israël. Omdat ik politieke betrokkenheid zo belangrijk vind, heb ik een grote mate van tolerantie voor standpunten van jongeren die links van het uitgesproken kapitalisme staan. ?Goed zo?, denk ik meestal wanneer ik standpunten hoor die niet ingegeven zijn door cynisme, maar door geloof in de mogelijkheid de wereld te verbeteren. Daar moet het tenslotte van komen. Overigens heeft hun voornemen ? ik zeg het maar even – mijn instemming niet.Dinsdagavond zond TweeVandaag het eerste deel van een tweeluik uit dat naar aanleiding van dezelfde reis geproduceerd was. Het verslag gaf een beeld van een reis die voor de deelnemers schokkend geweest moet zijn. Wat mij van mijn stuk bracht was een korte episode in Jeruzalem. De Palestijnse gids vertelde het verzamelde gezelschap dat het Duitse antisemitisme voortkwam uit het feit ?dat de joden erg rijk waren en de bedrijven bezaten?. Ontzet keek ik naar de beelden die volgden en die ik niet meer goed in mij opnam. Wel trof mij nog dat niet getoond werd of de deelnemers op deze uitspraak van hun gids reageerden en zo ja: hoe.?Zij behoeven geen verdediging. Zij spreken voor zich?, zei Chaim Herzog over de joodse waarden in zijn beroemde speech in de VN. Dat betekent niet dat wij er over uitgepraat zijn. Ook de brief die de Liberale rabbijnen vorige week aan minister Van Aertsen stuurden met de oproep de Nederlandse delegatie terug te roepen uit Durban, sprak zich uit voor de voortgaande bestrijding van het racisme. Hoe verhoudt die oproep zich tot uitingen van xenofobie die ik ook in de eigen, joodse, kring hoor? Beogen de rabbijnen dit probleem in de eigen gemeenschap aan de orde te stellen?Wat mij opvalt wanneer ik beide – los van elkaar staande ? gebeurtenissen van de afgelopen week op mij in laat werken, is het volgende. Er lijkt een gapende kloof te bestaan tussen de Israëlische maatschappij en de Nederlandse joodse gemeenschap. Anders gezegd: de minhag (gewoonte) is zo afwijkend dat het verschil haast onoverbrugbaar lijkt. En het is mijns inziens de Nederlandse gemeenschap die moet opschuiven in de richting van Israël.In Israël wordt over ieder maatschappelijk aspect hartstochtelijk gedebatteerd. Elk, letterlijk elk, standpunt heeft zijn plaats in het publieke debat. Standpunten en mensen worden verguisd in dit proces. Maar wanneer het land, het volk of de ideologie van buiten wordt aangevallen ? in geestelijke of materiële zin ? dan sluiten de rijen en toont Israël zich het z

Advertentie (4)