Op alija in 1953…Riek Levie

Riek Levie (71) uit Zwolle woont al 48 jaar in Israël. Daar richtte zij AJALAH op, de belangenbehartigingsvereniging voor Nederlandse oorlogsslachtoffers in Israël. Ook bij Nederlandse Israëli’s is Riek Levie zeer bekend. 26 jaar heeft zij alle nieuwe oliem uit Nederland opgevangen op vliegveld Ben Goerion. Heimwee naar Nederland heeft zij niet. "Israël is een land waard om in te leven."

?Ik ben geboren in Zwolle, op 20 november 1929. Daar heb ik gewoond tot ik in 1953 op alija ging. In die tussentijd is er wel het een en ander gebeurd. 10 ½ was ik toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Ik ben de middelste, heb een broer en een zus. Tot Februari 1943 konden we in ons huis blijven, maar toen moesten we onderduiken. Ik heb op verschillende plaatsen gezeten. Dat was niet altijd even comfortabel. In hooi en stro buiten hadden we ons bivak en later in een kamer waar we niet uitkwamen.’De Ariërs van Westerbork’Op 9 oktober 1944 werden we gepakt door de Duitsers, die op zoek waren naar ontduikers van de ?Arbeits-einsatz?. Niet naar joden, die waren er in dat gebied niet meer. Joodse onderduikers wel. Mijn vader, broer en ik zijn mishandeld toen wij ?gepakt? werden, mijn moeder werd – gelukkig – niet aangeraakt, voordat ze ons, een week later, op 16 oktober naar Westerbork brachten; ondanks onze goede, valse persoonsbewijzen. Toch hielden we ook in het kamp vol, dat we geen joden waren.Mijn zus zat elders ergens ondergedoken en wij wilden onder geen beding riskeren, dat er nasleep van oppakkerij zou komen als we zouden zeggen wie we inderdaad waren, zodat nog meerderen er de dupe van zouden worden. Door mede-kampbewoners werden we betiteld als ‘de Ariërs’ van Westerbork. Omstreeks Chanoeka 1944 deed zich de mogelijkheid voor om onze werkelijke identiteit weer aan te nemen, zonder dat dit strafmaatregelen voor ons tot gevolg zou hebben en ook mijn zus en pleeggezin werden hierdoor niet in gevaar gebracht. Tot de bevrijding (voor ons en ook voor haar op 12 April 1945) wist mijn zusje niet dat wij gepakt waren en in Westerbork terecht waren gekomen.De Levie’s uit ZwolleMet Chanoeka waren we dus weer de ‘Levie?s uit Zwolle’ en konden joods zijn in Westerbork. Tot die tijd moesten we op onze qui vive zijn, opdat we ons niet zouden verspreken. Nadat we onze werkelijke namen weer aangenomen hadden, konden we ons ook weer als gezin gedragen. Tot dan waren mijn vader en broer in één barakzaaltje ingedeeld en mijn moeder ik ?woonden? in een ander zaaltje er tegenover, daar we volgens onze valse persoonsbewijzen geen familie van elkaar waren en mannen en vrouwen gescheiden werden gehouden.Mijn moeder en ik moesten in de aardappelkeuken werken. Later werkte ik in de buitendienst. Bomen hakken, verslepen en zagen, voor de brandhoutvoorziening van het kamp. Niet voor de moffen, maar voor onszelf. Daarom vond ik het ook niet erg om dat te doen. Vanwege mijn leeftijd, ik was pas 15 jaar, hoefde ik maar een halve dag te werken en had de kans om op de terugweg naar het kamp eten voor ons gezin te organiseren, zoals suikerbieten, groente, enzovoort. Moeder maakte er wel wat van!"Bij god en in Westerbork is alles mogelijk"We hoorden hoe de situatie er buiten Westerbork voorstond; er kon naar de berichten geluisterd worden, want alle ingeleverde radio?s uit Drenthe waren in Westerbork opgeslagen. We wisten precies hoe de geallieerden vorderden en waren op de hoogte van wat er in Nederland en in de wereld gebeurde. We kregen het zelfs voor elkaar ons eigen geld binnen te smokkelen. Daarmee kochten we buiten het kamp onder andere clandestien vlees. Ongelooflijk, maar waar. ?Bij God en in Westerbork is alles mogelijk,? was een veelgehoorde uitspraak in het kamp.De bevrijdingIn Westerbork werden wij op 12 april 1945 bevrijd door de Canadezen. We hebben niet echt honger geleden, hoewel we natuurlijk niet voldoende te eten kregen. Maar we waren bij de bevrijding geen vel over been. Nadat de

Advertentie (4)