Joodse objecten: Charlotte Salomons werk

Collectie Joods Historisch Museum, AmsterdamCopyright Stichting Charlotte SalomonEen nieuw joods object. Deze keer gaat het om een hele serie objecten: de geschilderde autobiografie "Leben oder Theater?" van de in 1943 in Auschwitz omgekomen Charlotte Salomon.

Collectie Joods Historisch Museum, AmsterdamCopyright Stichting Charlotte SalomonIn 1930 trouwt Albert Salomon, haar vader, met Paula Lindberg (Levy), Charlotte noemt haar Paulinka Bimbam. In Berlijn gaat Charlotte naar de kunstacademie, waar zij vrijwel als enige joodse studente onder het nazi-regime was toegelaten. Wanneer zij, in 1939, naar Zuid-Frankrijk vlucht is zij een professioneel kunstenares. Twee jaar later begint zij haar autobiografie te schilderen.Zelf schrijft zij hierover:?Mijn leven ving aan toen mijn grootmoeder zich het leven wilde nemen – toen ik te weten kwam dat ook mijn moeder zich het leven benam – evenals haar hele familie – toen ik te weten kwam dat ik zelf de enige overlevende ben en diep in mijn innerlijk diezelfde aanleg, die neiging tot vertwijfeling en tot sterven in mij voelde?. En: ?Zij zag zich voor de keus gesteld een eind aan haar leven te maken of iets heel krankzinnig bijzonders te ondernemen?.AutobiografieCharlotte werkt twee jaar, in 1941 en 1942, onafgebroken aan haar autobiografie. Hiervoor maakt zij gebruik van bestaande personen, personages met verzonnen namen, zoals de centrale figuur, Charlotte Kann, oftewel Charlotte Bekwaam. Haar leer je kennen door de commentaren van andere personages, maar je hoort de kunstenares nooit spreken in de ik-vorm. Ze schrijft maar één keer rechtstreeks over haar leven, in het naschrift. ?Ik was alle personages in mijn stuk en zo werd ik mijzelf?. Slechts een onzichtbare verteller, een soort ironisch koor, houdt het verhaal gaande.Haar leven tot de weg naar de academie, vormt de proloog van haar verhaal. Dit begint al voor haar geboorte. Marianne Benda trouwt met Herr Doktor Ludwig Grunwald. Zij krijgen twee dochters, Fränze en Charlotte. De eerste scène speelt in 1913, wanneer Charlotte Knarre op 18-jarige leeftijd in het water springt. Niemand speekt over zelfmoord. Fränze trouwt met dr. Albert Salomon. Zij krijgen een dochter die zij Charlotte noemen. In 1925 springt Fränze uit het raam. Vervolgens schildert Charlotte haar leven vanaf haar geboorte in 1917. Zij laat zien hoe het is om op te groeien in een joods intellectueel milieu in Berlijn.OperetteIn het "Hoofddeel" wijdt Charlotte 467 taferelen, meer dan de helft van de operette [zoals Charlottes autobiografie ook wel genoemd wordt, red.], aan Amadeus Daberlohn, zangprofeet. In werkelijkheid is dit Alfred Wolfsohn. Hij vormt samen met Paulinka, haar stiefmoeder, de belangrijkste persoon in haar verhaal. Daberlohn die geïntroduceerd wordt als de aanbidder van haar moeder, wordt diegene die Charlotte de kracht geeft zich in haar werk te storten, door hem en voor hem onderneemt zij deze gigantische taak. De epiloog speelt zich af in Frankrijk, bij haar grootouders. Het verhaal eindigt op de dag waarop zij, uit wanhoop, aan het optekenen van haar levensverhaal begon.Gouaches rangschikte zij tot een soort "Singespiel", een oude operettevorm. Dit Dreifarben Singespiel is wel vertaald als "driekleuropera", alsof Charlotte het Franse rood-wit-blauw als teken van verzet gebruikt. "Driekleurenopera" lijkt echter een juister vertaling, daar ze waarschijnlijk naar de Driestuiversopera van Brecht verwijst. Of kan het zijn dat zij refereert aan de drie kleuren, rood, blauw en geel, die zij gebruikt om haar verhaal te vertellen? Hierbij is het opvallend dat zij nooit zwart, noch bij de personages noch bij de teksten of contouren gebruikt. Tegelijk met de introductie van de hoofdrolspelers introduceert zij deze drie kleuren. Weliswaar kun je met rood, blauw en geel alle kleuren maken, toch is het zeer ongewoon dat een schilder geen andere pigm

Advertentie (4)