Als sinds 1948 importeert Israël voor Soekot honderdduizenden palmtakken uit Sinai om loelavs mee samen te stellen. Dit jaar dreigt de import echter niet door te gaan. De Egyptische president Hosni Moebarak is persoonlijk om hulp gevraagd.
Bij het feest van Soekot kan de loelav niet ontbreken. De loelav bestaat uit een bundeling van een palmtak, drie mirte takjes en twee wilgentakjes, en vormt een geheel met de etrog, een grote citroen. De palmtak staat symbool voor de menselijke ruggengraat met de etrog als hart. Gedurende de zeven dagen van Soekot (Loofhuttenfeest) wordt de loelav mee naar de synagoge genomen, waar, onder het reciteren van het Halleel (Psalm 113-118) met de bundel in de vier windrichtingen gezwaaid wordt, om ‘vreugde te bedrijven voor de Eeuwige, zeven dagen lang’ (Lev. 23:40-41).
Al sinds de oprichting van Israël vindt er tussen de buurlanden naar beider tevredenheid een bloeiende handel in palmtakken plaats. Ieder jaar leggen liefst 500.000 loelavs in wording de exodus af van Egypte naar Israël. Dit jaar echter heeft de goeverneur van Sinai zijn bezorgdheid geuit over de schade die bij het verbouwen van palmtakken wordt toegebracht aan de natuur in het woestijngebied en heeft de import van de takken vertraging opgelopen. De Israëlische minister van landbouw Shalom Simhon heeft een brief geschreven aan president Moebarak om hem te vragen om zijn persoonlijke tussenkomst.
