In het boek Ochenebbisj staan ongeveer veertig verhalen, geintjes en gedichten over het bestaan in het getto van Amsterdam. De meeste verhalen zijn geschreven door onbekende en vergeten schrijvers en verschenen in obscure brochures.
Hoewel Amsterdam geen verplicht, ommuurd getto heeft gekend, woonden de joden rond de eeuwwisseling voornamelijk in de buurt rond de Jodenbreestraat. Mensen leefden daar in armoedige omstandigheden, veelal in kelderwoningen. In 1916 werd begonnen met de afbraak van de buurt en tien jaar later werd het laatste gedeelte gesloopt. Van de buurt is nu vrijwel niets meer terug te vinden.In Ochenebbisj ( Jiddisj voor "och arme" ) zijn zo’n veertig verhalen, geintjes en gedichten opgenomen van schrijvers als Multatuli, Israël Querido, Sam Goudsmit, Herman Heijermans en Jacob Israël de Haan. De meeste verhalen zijn echter van onbekende en vergeten schrijvers als rabbijn Meijer de Hond, Herman Oversteeg en A. Manheim. Veel van deze teksten verschenen in obscure, nu vrijwel onvindbare brochures.De verhalen gaan over het huiselijk leven, het marktwezen, de diamantindustrie en alle andere facetten van het bestaan in het getto van Amsterdam. De bundel is geïllustreerd met schilderijen en tekeningen van onder anderen G.J. Staller, Martin Monnickendam, en B. Laguna. Hiermee is Ochenebbisj een portret in woord en beeld van het joodse leven in Amsterdam rond 1900.Samenstellers van Ochenebbisj, Maurits Verhoeff en Thijs Wierema, zijn beiden redacteur van het literair-historische tijdschrift De Parelduiker.Ochenebbisj; verhalen en geintjes over het Amsterdamse getto (1870-1925)(Samengesteld door Maurits Verhoeff en Thijss Wierema)ISBN paperback 90 76314 314ISBN gebonden: 90 76314 322Uitgeverij Bas Lubberhuizen
Ochenebbisj!
Advertentie (4)
