De handen ineen tegen godsdienststrijd

Vredelievende aanhangers van diverse religies kwamen maandagavond bijeen in Amsterdam om iedereen in het land op te roepen zich niet te laten meeslepen door de dreiging van een oorlog.

Diverse religieuze groeperingen vrezen dat een oorlog in Irak ook in Nederland ‘afschuwelijke gevolgen’ kan hebben. In een poging te voorkomen dat de etnische spanningen in Nederland uitlopen op een heuse godsdienstoorlog, kwamen moslims, christenen, joden en humanisten maandagavond in de Amsterdamse Mozes- en Aäronkerk samen om de handen letterlijk ineen te slaan en een verklaring van onderlinge verbondenheid op te stellen.Samen deden ze een interlevensbeschouwelijke oproep aan ‘alle inwoners van dit land om zich niet mee te laten slepen door de waan van de dreiging en door de oorlog’. Het is, benadrukten alle sprekers, – van rabijn Soetendorp tot dominee Bakker, van burgemeester Cohen tot minister van Justitie Donner – geen oorlog tussen aanhangers van godsdiensten. Al willen sommige leiders dit beeld maar al te graag verspreiden.Religieuze retoriek is er volop, erkende Ineke Bakker, algemeen secretaris van de Raad van Kerken. ‘Leiders die zich in religieuze taal uiten, die zich in gebedshouding, in kerk of moskee, laten fotograferen en het hebben over een kruistocht tegen de As van het Kwaad of een Heilige Oorlog tegen ongelovigen. Het valt niet te ontkennen dat van beide kanten geprobeerd wordt mensen de strijd te laten beschouwen als een conflict tussen religies.’ Evenals burgmeester Cohen, die vorige week zei dat extra inspanningen nodig zijn om te voorkomen dat in Nederland de vlam in de pan slaat, denken ook de religieuze organisaties dat de verantwoordelijken extra alert moeten zijn. Het is niet gezegd dat een oorlog tegen Irak als brand naar Nederland zal overslaan, maar het kan wel.In hun verklaring van verbondenheid doen die organisaties een dringend beroep op de nationale, regionale en plaatselijke overheden om niet op afstand te blijven. ‘Wij vragen u om overleg te plegen waar de gemoederen hoog oplopen of waar burgers met geweld of haat over de schreef dreigen te gaan.’ Die van haat vervulde burgers, die joden bespuwen of moslima’s met hoofddoek uitschelden, die synagogen bekladden en moskeeën met brandbommen bestoken, waren gisteravond niet in de Aäronkerk aanwezig om de vredesboodschap tot zich te nemen.De kerk was gevuld met vredelievende aanhangers van diverse religies, die bereid zijn tot een onderlinge dialoog. Het was prediken voor de reeds bekeerden. Toch kan zo’n bijeenkomst ook buiten de Aäronkerk effect sorteren, meent Cohen. ‘De verhitte jongeren zijn hier niet, maar we laten zo wel zien dat onderling contact vreedzaam kan verlopen. Dat we heftig van mening kunnen verschillen en elkaar toch de hand kunnen schudden.’De avond was vervuld van symboliek. Minister Donner verzocht het publiek niet te klappen, want ‘wie klapt slaat uiteindelijk alleen met zichzelf de handen ineen’. De moslim, jood, christen en humanist werd gevraagd de ander de hand te schudden. Donner zelf legde zijn hand, als teken van verbondenheid, op die van Ineke Bakker en de Turkse spreker, Ayan Tonca. Een lange rij gelovigen verzamelde zich voor een immense bos veelkleurige rozen, symbool van de fragiele multiculturele samenleving, en iedereen hoopt dat er geen oorlog komt.Bron: Volkskrant, 25 februari 2003

Advertentie (4)