LJG: Sidra Beresjiet, Beresjiet (Genesis) 1:1-6:8

Het komende jaar zullen wij kijken naar de voorlezing uit de Tora en de haftara van die week en bezien welke verbanden en inzichten wij daardoor kunnen ontdekken. Deze week beginnen wij opnieuw met de Toracyclus. De haftara behorend bij Berésjiet 1:1-6:8 komt uit Jesjaja 42:5-43:11.

DE HAFTARA, een korte inleiding

Anders dan de voorgaande jaren willen wij in het komende jaar kijken naar de haftara die in de sjoeldienst volgt op de wekelijkse Toralezing.

Het woord haftara (niet ‘half-Tora’ 🙂 ) komt van de woordstam Pe-Tet-Resj, wat “afsluiten” betekent; de persoon die als laaste voor de Tora wordt opgeroepen en daarna de haftara voorleest, wordt maftier genoemd, degene die de Toravoorlezing afsluit.

De haftara is doorgaans korter dan de voorlezing uit de Tora en omvat hooguit 2 hoofdstukken, die ontleent zijn aan de Neviiem, de Profeten, het tweede deel van Tanach. In liberaal-joodse kring leest men ook haftarot genomen uit het derde deel van Tanach, Ketoewiem, de Geschriften, zoals ook deze week (zie boven).

Dit deel (Neviiem) omvat zowel de historische boeken (soms aangeduid als de Vroege Profeten) Jehosjoea, Sjoftiem, Sjmoeëel en Melachiem, als de beroemdere Latere of  ‘literaire profeten’ Jesjaja, Jirmeja en Jechezkeel. Verder bevat dit deel de twaalf ‘kleine’ profeten (klein refereert niet aan hun belangrijkheid, maar alleen aan de beperkte omvang van wat er van hun geschriften bewaard is gebleven, meestal slechts een paar hoofdstukken).

Het is niet duidelijk wanneer en waarom werd begonnen met het lezen van de haftara. Sommigen veronderstellen dat het werd geïntroduceerd als een uitdaging aan de Samaritanen, die beweerden dat alleen de Tora Goddelijk was, maar niet de andere boeken. Anderen suggereren dat de haftarot werden gekozen als een commentaar of midrasj op de tekst van de Tora. (overigens is het verbazingwekkend dat de oudste verwijzing tot dit gebruik niet in joodse bronnen te vinden is, maar in het Nieuwe Testament waar in het boek Handelingen wordt verteld dat Paulus een toespraak in de synagoge hield ”na het voorlezen uit de Tora en de Profeten”).

ONZE HAFTARATEKST

“Al zo lang heb ik niets gezegd,
ik heb gezwegen, me beheerst.
Nu schreeuw ik het uit als een barende vrouw,
ik zucht en ik zwoeg tegelijk.” 
       
(Jesjaja [Jesaja] 42:14).

Advertentie (4)