Alleen oorlog Irak brengt Sharon nationale eenheid

De manier waarop premier Sharon zijn zin krijgt en er een brede ‘regering van nationale eenheid’ komt in Israël is als tijdens de coalitiebesprekingen de oorlog uitbreekt in Irak, schrijft Midden-Oosten correspondent Ferry Biedermann in de Volkskrant.

Alleen oorlog Irak brengt Sharon nationale eenheidFerry BiedermannDE ENIGE manier waarop premier Sharon zijn zin krijgt en er een brede ‘regering van nationale eenheid’ komt in Israël is als tijdens de coalitiebesprekingen de oorlog uitbreekt in Irak. Dat was een dag na Sharons historische overwinning de inschatting van commentatoren op de Israëlische televisie. Sharon is de eerste premier sinds de jaren tachtig die herkozen is voor een tweede termijn. Hij heeft een groot aantal opties, maar slechts één daarvan is voor hem echt aantrekkelijk. Dat is opnieuw met de centrum-linkse Arbeidspartij te gaan regeren.De winnaars, politici van rechts en uit het centrum, namen de leider van de Arbeidspartij, Amram Mitzna, opnieuw onder vuur. ‘De Arbeidspartij moet haar kleingeestige belangen opzij zetten in het belang van het land’, was keer op keer het refrein. De partij blijft echter vasthouden aan het voornemen om de oppositie in te gaan en niet onder Sharon te dienen.De pogingen om de Arbeidspartij in de regering te halen lijken opmerkelijk, aangezien de centrum-linkse partij een eveneens historische nederlaag leed. Nog nooit heeft de beweging die het land heeft opgericht, de partij van Ben-Gurion, Golda Meïr, Rabin en Peres, zo weinig zetels gehad in het parlement. Ook de andere linkse partij, Meretz, werd gedecimeerd.In totaal is het 120 zetels tellende parlement zo’n tien zetels opgeschoven naar rechts. Dat is een aardbeving in het Israëlische politieke landschap. Jarenlang waren links en rechts vrijwel in evenwicht. In de jaren tachtig leidde dat nog tot een gedwongen ‘rotatie’ van het premierschap tussen Peres en de toenmalige leider van de Likud, Shamir.De resultaten van de soldaten en sommige kiezers in het buitenland moeten nog geteld worden, maar voorlopig staat de rechtse Likud-partij van Sharon op 37 zetels. Mogelijk komt daar nog een bij. In 1999 behaalde de Likud 19 zetels. De Arbeidspartij staat nu op 19 zetels en kreeg in 1999 nog 26; twee daarvan waren echter naar de Likud overgelopen. De antireligieuze partij Shinui gaat van slechts zes zetels naar 15 en de religieuze Shaspartij daalt van 17 naar 11.In totaal behaalt het hele rechts-religieuze blok 66 zetels, ruim genoeg voor een stabiele coalitie. Daar zit dan echter ook de extreem-rechtse Nationale Unie (NU) bij, die een zetel verloor en op zes uitkwam. Sharon zou onder geen enkele voorwaarde met die partij willen regeren zonder links tegenwicht. Hij wil zelfs liever nieuwe verkiezingen uitschrijven.De weerzin van Sharon tegen de NU komt voort uit de vrees dat zo’n ‘smalle rechtse regering’ internationaal weinig sympathie zal krijgen. Sharon kijkt vooral naar de Amerikanen. Hij heeft Washington niet alleen nodig voor diplomatieke rugdekking in zijn strijd tegen de Palestijnen, hij hoopt ook economische ineenstorting af te wenden door extra hulp te bemachtigen van de VS. Met de NU in de regering zou dat wel eens in gevaar kunnen komen.De weigering van de Arbeidspartij om mee te regeren is niet het enige probleem voor Sharon. Shinui, de antireligieuze partij die enorm aan kracht heeft gewonnen, wil niet in een regering zitten met de andere mogelijke coalitiepartner, de religieuze Shaspartij.De resultaten maken zelfs een coalitie met Likud en Shinui en enkele kleinere partijen maar zonder Shas mogelijk. Het is echter zeer onwaarchijnlijk dat die optie tot stand komt. Sharon en de Likud hebben jarenlang vertrouwd op Shas, een deel van hun kiezers is uitwisselbaar. De Likud zou een groot deel van haar potentiële kiezers van zich vervreemden door Shas te laten vallen.Sharon blijft dus hopen dat hij de Arbeidspartij kan verleiden tot de regering toe te treden. Op d

Advertentie (4)