Op 30 januari 2003 ondertekenen in Wenen het Joods Museum te Praag, het Centrale Staatsarchief van de Tsjechische Republiek en het Instituut voor de Geschiedenis van de Joden in Oostenrijk een overeenkomst om tot nauwere wetenschappelijke samenwerking te komen.
Onderzoek naar de geschiedenis van de joden ten tijde van de renaissance en de barok hebben aangetoond dat de joodse gemeente in Praag een leidinggevende positie innam. De Boheemse en Moravische adel was bijzonder geïteresseerd in de joodse gemeente, wier leden de zorg op zich hadden genomen voor een eerlijke verdeling van landbouwproducten en daarnaast verantwoordelijk waren voor de productie van o.a. brandewijn en gist. Joodse geleerden uit Polen, Tsjechië en Oostenrijk hadden intensief contact met elkaar.De leidinggevende positie van een zo belangrijk deel van de joodse bevolking werd door veel Christenen met argwaan bekeken, hetgeen resulteerde in een plan om de joden te verdrijven. In 1669/70 werden de joden inderdaad uit Wenen en Neder-Oostenrijk verdreven.Zie ook: Institut für die Geschichte der Juden in Österreich.
De geschiedenis van de joden in Midden-Europa
Advertentie (4)
