Israëlische kiezers willen verder met het fenomeen Sharon

Israëlische kiezers staan niet bekend om hun fanatieke loyaliteit aan een partij. Ontevredenheid over hun minister-president leidt altijd snel tot diens nederlaag in verkiezingen. Een analyse van de verkiezingsuitslagen, door correspondent Ad Bloemendaal.

Dus? Nee dus. Sharon blijft niet alleen aan als premier, maar zijn partij behaalde bij de Knessetverkiezing van gisteren een dikke winst.Het is een fenomeen waarvoor vele verklaringen zijn aangedragen. Maar ze komen uiteindelijk allemaal neer op de veiligheidssituatie van de burgers, in feite het enige thema van deze nogal overbodige verkiezingen. Israëliers zijn nog nooit zo bang geweest als onder Sharon, maar er heerst weinig onenigheid over het antwoord op de vraag waar de oorzaak moet worden gezocht. De Palestijnse initifada brak uit onder de regering van Ehud Barak van de Arbeiderspartij, nota bene in een periode waarin Israël ongekende concessies deed aan het Palestijnse Bestuur. Het Israëlische publiek meent dat Sharon dus geen verantwoordelijkheid draagt voor het geweld, in tegenstelling tot Jasser Arafat en, zij het indirect, Ehud Barak, de Arbeiderspartij en de architecten van het Oslo-vredesproces.Een groot deel van de Israëlische bevolking is er van overtuigd geraakt dat de Palestijnse terreur een onvermijdelijk gevolg was van de Israëlische concessiebereidheid. Alleen al om die reden maakte Amram Mitzna, de nieuwe leider van de Arbeiderspartij, gisteren geen schijn van kans. Mitzna dacht het volk een alternatief te kunnen bieden door te pleiten voor een eenzijdige terugtrekking uit de Gazastrook en een snelle en onvoorwaardelijke hervatting van de vredesonderhandelingen met de Palestijnen. Hij bezegelde zijn verlies door aan te kondigen dat hij onder geen voorwaarde in een eenheidsregering onder Sharon zal stappen. Het zonder meer afsnijden van die mogelijkheid – in plaats van diplomatiek te verklaren dat zoiets afhangt van het regeerakkoord – is slecht gevallen, en niet alleen bij zijn politieke tegenstanders.Dat de Arbeiderspartij er na het mammoetverlies van gisteren verstandig aan doet voor de oppositie te kiezen is een andere zaak. Er zal heel wat moeten gebeuren voor de ruziende sociaal-democraten hun huis weer op orde hebben. Het is zelfs de vraag of de partij nog een toekomst heeft. Een paar weken geleden bleek uit een opinie-onderzoek onder jonge kiezers die voor het eerst naar de stembus zouden gaan, dat 46 procent van plan was op de Likud te stemmen. Meer betekenend nog was het aantal dat zei de Arbeiderspartij te steunen, namelijk 0 (zegge: nul) procent.Uit de uitslag van gisteravond blijkt niet alleen dat het publiek Sharon weinig kwalijk neemt, maar ook dat het de Likud-leider beschouwt als de beste – of in ieder geval de minst riskante – keuze als het gaat om zijn veiligheid. Zolang veiligheid centraal staat zijn de kiezers bereid andere zaken te negeren, zoals de – nog onbewezen – beschuldigingen van corruptie. Ook de economische malaise wrijven ze Sharon niet aan. Die is immers vooral het gevolg van twee factoren: de internationale economische crisis en de onveiligheid. Aan de eerste factor kan Sharon niets veranderen en de tweede is niet zijn schuld. Volgens onderzoeken zijn de meeste Israëliers bereid om, als het zover komt, meer concessies te doen voor vrede dan de Likud propageert. Maar die meerderheid is er verder van overtuigd dat alleen een harde leider als Sharon de Palestijnen zover kan krijgen dat ze de wapens neerleggen om serieus over vrede te praten.Ook de internationale factor pleitte ditmaal voor de Likud en Sharon. Traditioneel kan de internationale gemeenschap beter uit de weg met een premier uit de Arbeiderspartij dan met een leider van Likud-huize. Dat is nog steeds zo als het gaat om Europa, maar niet langer voor wat betreft de Amerikanen. En voor de Israëliers tellen natuurlijk alleen die laatsten. In de ruim twintig maanden die zijn ambtsperiode heeft geduurd, is

Advertentie (4)