Rabbijn Jacobs: ‘Mijn mijmering’

Chanoeka begint dit jaar op 15 december. Binyomin Jacobs, hoofdrabbijn bij het Interprovinciaal Opperrabbinaat (IPOR), schreef een ‘mijmering’ over het wonder van Chanoeka en de wonderen die we in ons eigen leven soms over het hoofd zien.

Van mij, als rabbijn, wordt uiteraard verwacht om het Joodse leven te stimuleren. Ik moet inspirerend zijn en een uitstraling hebben. Terecht, maar vaak denk ik: gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het lijkt vaak best lastig om Joods te leven. De omstandigheden zijn er vaak niet naar, doordat we zo klein zijn geworden in Nederland. Te vaak ook is er sprake van persoonlijke misère waarmee mensen helaas worden geconfronteerd.

Zo zit ik al mijmerend achter mijn computer mijn chanoeka-artikel te schrijven. Weer iets nieuws vinden over de menora en over het licht, want met chanoeka kan ik natuurlijk geen stuk schrijven over matzes!

Wat is er nu eigenlijk gebeurd met onze voorouders in de tijd van de chanoeka geschiedenis? De Grieken overheersten de Joden, de Tempel werd misbruikt voor afgodendienst en de Joden mochten hun Joodse leefwijze niet meer in ere houden. Toen kwam de opstand. Een klein legertje nam het op tegen de grote Griekse overheersing. En ze wonnen, namen de Tempel weer in bezit en wilden de menora weer ontsteken. Maar er was geen reine olie! Uiteindelijk vonden ze in de grond toch nog een klein verzegeld kruikje reine olijfolie, genoeg om voor één dag de menora aan te steken. Toen gebeurde het grote wonder: de kleine hoeveelheid olie die normaliter voldoende was voor één dag, bleek acht dagen te voldoen!

Waarom wordt chanoeka nu acht dagen gevierd? Zeven dagen zou voldoende moeten zijn want op de eerste dag speelde er nog geen wonder. Het meest bekende antwoord op deze vraag is dat het vinden van dit kruikje op zichzelf reeds een wonder was. Bewust hadden de Grieken alle olie verontreinigd, maar dit ene kruikje hadden ze kennelijk niet opgemerkt.

Toch is dit antwoord niet helemaal bevredigend. Want dit wonder is toch wel erg klein in vergelijking met het grote wonder van de andere zeven dagen, waarin de olijfolie maar bleef doorbranden tegen alle wetten van de natuur in! Waarom zorgde G’d niet op de eerste dag voor een bovennatuurlijk wonder? G’d had bijvoorbeeld op de eerste dag een verzegeld kruikje zuivere reine olijfolie uit de hemel kunnen laten neerdalen! En als het de bedoeling was om, gelijk op de eerste dag, niet zo’n groot wonder te laten plaatsvinden, dan had dat gevonden kruikje toch gewoon genoeg olie kunnen bevatten voor acht dagen!

Kie neer mitswa we Tora or – een mitswa is als een lontje en het vlammetje als de Tora.

Er heerste grote duisternis in de tijd waarin de chanoeka geschiedenis zich afspeelt. De Grieken deden er alles aan om te voorkomen dat de Joden Tora en Traditie in ere zouden houden. Zelfs de Tempel, het Allerheiligste, werd besmeurd, de zuivere reine olijfolie verontreinigd. Maar een klein groepje traditionele Joden zette door, ze lieten zich niet uit het Joodse veld slaan, ze bonden de strijd aan, ze wonnen……en kregen hulp van Boven.

Maar G’d toonde hun geen bovennatuurlijk wonder. Geen kruikje reine olie dat zomaar plotsklaps uit de hemel viel. Een veel kleiner wonder geschiedde: de Grieken hadden één kruikje dat met aarde was bedekt gewoonweg over het hoofd gezien. En daarna speelde weliswaar een groter wonder, maar ook weer een wonder dat gekoppeld is aan het gewone, het aardse. De vlammetjes van de menora bleven veel langer branden dan volgens de wetten der natuur mogelijk was, maar he

Advertentie (4)