Sterven en rouwverwerking in de joodse traditie

In de joodse traditie speelt de rouwverwerking van het individu zich af binnen de gemeenschap. Voor de begrafenis gaat het over de dode, na het sluiten van het graf krijgen de nabestaanden alle aandacht.

1. De joodse visie op leven en doodLeven en dood zijn geen twee aparte werelden, althans vanuit Gods visie. Het jodendom benadrukt dat de wereld van het leven die van de mens is. Wat er na de dood komt laat men over aan de zorg van de Allerhoogste. Aangezien de mens geschapen is naar Gods beeld en gelijkenis is de menselijke opdracht dan ook in Zijn sporen te gaan. Het goddelijke in de mens is de vrijheid van keuze tussen goed en kwaad. De vrije wil van de mens en niet een goddelijk bestuurd lot bepaalt de inhoud van het menselijke leven.De joodse traditie spoort de mens aan menswaardig te leven, zoals God het voordeed (Imitatio Dei)Zoals Hij de naakten kleedt (Adam en Eva: Gen.3:21), zul jij de naakten kleden. De Heilige-Hij-Zij Geprezen bezocht de zieken (Abraham na zijn besnijdenis: Gen.18:1); zo zul jij de zieken bezoeken. De Heilige-Hij-Zij-Geprezen troostte de rouwenden (Izaak na de dood van zijn vader: Gen.25:11), zo zul jij de rouwenden troosten. De Heilige-Hij-Zij-Geprezen begroef de doden (Mozes: Deut.34:6), zo zul jij de doden begraven.Zolang een mens ademt, leeft hij, is hij deel van het leven en behoort hij toe aan deze wereld. Daarom is het bijvoorbeeld verboden de begrafenis te regelen zolang de stervende nog leeft. Vooral zaken als een kist, doodsklederen of rouwkaart.Volgens de joodse traditie is zelfs een stervend mens (gosees) in alle opzichten een levende, met dezelfde rechten en plichten, ook in het uur van zijn dood. Zo kan een gosees zelfs nog een echtscheidingsbrief (get) aan zijn vrouw geven.’Een beetje dood’ of ‘een beetje levend’ kent men niet in de Joodse traditie. Zodra de dood is ingetreden bidt men dat de ziel van de overledene gebundeld mag worden in de bundel van het leven. Vanuit Gods visie leeft de rechtvaardige, ook al is hij gestorven.Zoals men de plicht heeft zo menswaardig mogelijk te leven, zo respectvol probeert men om te gaan met het sterven.2. Het recht om te leven en om te stervenZoals men her recht heeft om te leven en men hiervoor al het mogelijke moet doen of laten, zo heeft de mens op een gegeven moment, aan het eind van zijn leven, het recht om te mogen sterven. Dit klinkt heel natuurlijk en logisch, maar is het tegenwoordig niet meer. Door de moderne hoogontwikkelde medische wetenschap kunnen gelukkig veel mensenlevens gered worden, maar is soms niet meer duidelijk wanneer het medische optreden slechts vertraging van het sterven is in plaats van levensverlengend. Het jodendom gaat echter voor de kwaliteit van het leven en het sterven.Wanneer de term ?stervende? (gosees) gebruikt wordt in de halacha (joodse regelgeving) dan wordt gedoeld op iemand die zich op de drempel van de dood bevindt en van wie vrijwel zeker is dat hij spoedig overlijdt. Het gaat dus om een duidelijk afgebakende tijd (meestal 3 dagen) voor de laatste fase in het leven van een mens.3. EuthanasieRabbi Meir vergeleek een stervende (gosees) met een flikkerend licht: op het moment dat men het aanraakt, maakt men het uit.Het verbod een stervende aan te mogen raken klinkt misschien heel wreed, omdat juist stervenden behoefte hebben aan fysieke nabijheid. Maar de traditie lijkt het hier op te nemen voor de kwetsbare partij, de stervende in dit geval. Een stervende kan door het minste of geringste overlijden. Net zoals bij het troosten het de rouwende is die mag aangeven wanneer en hoeveel nabijheid hij of zij wil, zo is het in principe ook aan de stervende aan te geven wat hij nodig heeft. Wanneer de stervende duidelijk zelf aangeeft bepaalde behoeftes te hebben, wie zal dit niet beantwoorden? Het enige wat men een stervende niet mag geven is actieve hulp bij het sterven. Het moment van leven en sterven zijn in de handen van de Hemel.Het jodendom verbiedt actieve euthanasie, maar een zekere v

Advertentie (4)