Zappen door de Talmoed

Een kijkje in de Talmoedische wereld."Ben Zoma zegt: Wie is wijs? Die van ieder mens leert" (Awot 3:1)

De Babyloniërs verplaatsten veel joden ? nadat ze Israël veroverd hadden en de Tempel van Salomon verwoestten in het jaar 586 voor het begin van de jaartelling ? vanuit Israël naar Babylonië. Sommigen gingen aan het eind van de zesde eeuw en in de vijfde eeuw voor de jaartelling weer terug naar Israël toen de Babyloniërs inmiddels door de Perzen verslagen waren. Deze terugkeerders bouwden de Tweede Tempel die na ongeveer 400 jaar werd verwoest door de Romeinen in het jaar 70 na het begin van de jaartelling. Vanaf de derde eeuw van de jaartelling gaan veel joden uit Israël weg naar Babylonië.Het Romeinse Rijk maakte een economische recessie door en het Romeinse juk werd steeds zwaarder voor de joden in Israël. Babylonië lag buiten het Romeinse Rijk en herbergde al een oude joodse gemeenschap. Daarnaast was het gebied vruchtbaar en relatief welvarend. Hier bloeide het jodendom weer op en ontstonden vele leerhuizen. De discussies in deze leerhuizen over materiaal dat men uit Israël ? in boekvorm of in het hoofd ? had meegenomen vormt ruwweg de inhoud van de Talmoed.MisjnaDe Talmoed is geen commentaar op de Tora in die zin dat een vers van de Tora wordt aangehaald en uitgelegd en vervolgens een tweede, enzovoort. Uitgangspunt van de Talmoeddiscussies is de tekst van een ander rabbijns werk ? de Misjna ? die aan het begin van elke discussie wordt afgedrukt. De Misjna werd rond 200 van de jaartelling opgeschreven door rabbi Jehoedah Hanassi (de Prins), een groot en invloedrijk rabbijn uit Israël. Hij stelde de Misjna op schrift aan de hand van eerder bestaande tradities ? op schrift of mondeling overgeleverd ? die hij selecteerde en redigeerde, en aanvulde met nieuw materiaal. De Misjna behandelt de wetten die door de rabbijnen en voorgangers op grond van de Tora werden ontwikkeld en de meningsverschillen hierover.Al vanaf tenminste de tweede eeuw voor de jaartelling waren groepen binnen het toenmalige jodendom bezig met het opnieuw interpreteren en uitwerken van de voorschriften uit de Tora. Soms schreven ze die uitwerkingen op. De Misjna heeft zes delen (sedariem) die elk weer in verschillende sub-delen (masechet) zijn ingedeeld. Zo?n sub-deel heet een tractaat.De zes delen hebben als hoofdonderwerp:LandbouwwettenWetten voor bijzondere dagenHuwelijks- en scheidingsrechtCiviel-, straf- en religieusrechtTempel en offersReinheidswettenDe Babylonische Talmoed behandelt niet de hele Misjna integraal ? alleen een gedeelte ervan. Voornamelijk de delen 2, 3, 4, en 5 van de Misjna. De Babylonische Talmoed heeft 36 delen (tractaten).AuteurWie de auteur is van de Babylonische Talmoed is niet geheel duidelijk. Het is de vraag of het zelfs juist is om over een auteur te spreken. De traditionele visie is dat de eindredactie van deze Talmoed aan het begin van de vijfde eeuw heeft plaatsgevonden door twee rabbijnen: Rabbina I (overleden in 422) en Ashi (ca. 335-427). Zij verzamelden het materiaal dat in de loop van honderden jaren ontstaan was aan de hand van de voortdurende discussies over de tekst van de Misjna. Echter, een analyse van de tekst van de Talmoed laat zien dat ook na het overlijden van beide rabbijnen er nog stukken aan werden toegevoegd. Modernere visies plaatsen de redactie rond het jaar 500, of zelfs 600.Leo Mock (Amsterdam, 1968) studeerde Joodse Geschiedenis (M.A.) aan een Universiteit in Israël en Oude Gesachiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Van 1999 tot 2001 doceerde hij Misjna en Talmoed aan de vakgroep Hebreeuws aan de UvA. Vanaf 1999 schrijft hij ook geregeld voor het NIW, waarin de artikelen uit "Zappen door de Talmoed" eerder in bewerkte vorm als column verschenen.Zappen door de Talmoed is verschenen bij Amphora Books te Amsterdam.ISBN: 90 6446 027 2

Advertentie (4)