Hoogste Palestijnse geestelijk leider beschuldigd van opruiing

De Israëlische politie heeft mufti Ikrima Sabri, de hoogste Palestijnse geestelijke leider in Jeruzalem, gearresteerd in zijn woonhuis en voor ondervraging enige uren op het politiebureau vastgehouden.De mufti wordt beschuldigd van het aanzetten tot geweld en terrorisme. Hij is nog niet officieel in staat van beschuldiging gesteld.

Aanleiding voor de arrestatie van Sabri was een interview met de Palestijnse krant El Ayam op 1 juni van dit jaar. In dat vraaggesprek heeft Sabri gezegd dat Palestijnse zelfmoordaanslagen een "gelegitimeerd wapen zijn in de strijd tegen de zionistische bezetting." Hij zei zelfmoordterroristen te steunen en dat er van religieuze zijde geen bezwaar is tegen dergelijke aanslagen, die hij omschreef als een gerechtvaardigde vorm van zelfverdediging. Politiewoordvoerder Shmuel Ben-Ruby zei dat de mufti bevestigde de intifada te steunen maar dat hij iedere vorm van terrorisme verwerpt.Hoewel Sabri zegt niet goed te zijn begrepen, heeft hij een lange historie van extremistische uitlatingen aan het adres van Israël op zijn naam. De Palestijnse opstand omschrijft hij als een ‘heilige oorlog’, zelfmoordterroristen en andere in het conflict omgekomen moslims noemt de mufti ‘martelaren’.De arrestatie van vandaag was niet de eerste: in september 2001 werd Ikrima Sabri ook al eens aan de tand gevoeld vanwege anti-Israëlische en anti-Joodse opmerkingen. Ook zijn contacten met Libanese ondergrondse militante organisaties hebben Sabri verdacht gemaakt. Een van de meest kwetsende uitspraken van de mufti werd geciteerd in het Duitse weekblad Die Welt: "In heel Jerusalem is er geen enkele steen die verwijst naar een Joodse historie van deze stad."