Waarom Awram op reis moest.

De parasja van de week, voor kinderen verteld.

Sem, de oudste zoon van Noach, had veel kinderen, kleinkinderen en achter- achterkleinkinderen gekregen. Eén daarvan was Terach. Hij woonde in Oer-Kasdiem. Hij geloofde dat de zon en de maan, het vuur en het water, de donder en de bliksem allemaal boze afgoden waren.Hij had drie zonen, één daarvan heette Awram. Awram geloofde niet in al die afgoden. Hij zocht de enige echte G’d.Als beloning voor zijn zoeken kreeg hij op een dag van Hasjem de opdracht om op reis te gaan: ,"Je moet weggaan uit het land waar je geboren bent,? zei Hasjem tegen hem, "je moet weggaan uit het huis van je vader. Je moet gaan naar een ander land, en Ik je zal zeggen waar dat is, en daar zal Ik van jou een groot volk maken en je zult een zegen voor de mensheid worden."G’d had dus tegen Awram gezegd dat hij weg moest gaan uit zijn geboorteland. Dat was eigenlijk niet leuk. Weg van alle mensen die hij kende.Maar het betekende ook dat hij weg zou gaan weg van al die nare mensen die tot afgoden baden. En het betekende ook dat hij voortaan vrij aan iedereen mocht vertellen over die ene G’d! En dat zou de mensen gelukkiger maken, want dan hoefden ze nooit meer bang te zijn door de afgoden die toch niet echt bestonden. Dat bedoelde G’d ermee dat Awram een zegen zijn voor de mensen.Maar het zou geen makkelijke tocht worden, want Awram was al 75 jaar! Maar hij wist nu wat hij moest doen: Hij moest weggaan, dat had G’d gezegd. En zo ging Awram met zijn vrouw Sarai, zijn neefje Lot en een heleboel bedienden en koeien en schapen op weg. Het was een lange karavaan die wegtrok. Na een lange tocht kwamen zij veilig aan in het land dat Hasjem hem beloofd had Dat land heette Kena’an.In Kena’an ging het heel goed met Awram. Zijn kudden werden steeds groter en Awram werd steeds rijker, hij had veel dieren, goud en zilver. Maar na een tijdje kregen de knechten van Awram en de knechten van Lot ruzie over de stukken land waarop hun kudden graasden. Toen zei Awram tegen Lot: "Jij en ik moeten geen ruzie maken! Mijn herders en jouw herders moeten vrienden zijn, want wij zijn toch familie! Kijk, je kunt overal naar toe in dit land. Als jij naar links wilt gaan, dan ga ik wel naar rechts. En als jij naar rechts wilt gaan, dan ga ik naar links. Kies jij maar.? Lot keek eens om zich heen en zag de mooie, vruchtbare Jordaanvallei voor zich liggen, met de steden Sedom en Gemora. Maar dat de mensen in die steden heel erg slecht waren, dat zag Lot niet. "Daar ga ik wonen" besloot hij. En zo namen Awram en Lot afscheid van elkaar. Awram vestigde zich in het land Kena?an en Lot ging wonen in Sedom. Een tijd later verscheen Hasjem aan Awram en zei tegen hem: "Kijk eens om je heen! Al dit land dat je daar ziet, dat zal Ik aan je kinderen, aan je nakomelingen geven. Ga op reis door het hele land, want dat zal Ik je geven.? Awram ging wonen in Chewron, en daar bouwde hij voor Hasjem een altaar.In die tijd waren er een aantal koningen die oorlog gingen voeren tegen Sedom en de steden in de buurt van Sedom. Vijf koningen tegen vier koningen! Ze vochten heel dapper, de mannen van Sedom, maar het leger van de andere koningen was veel te sterk voor ze. De koning van Sedom werd verslagen en en samen met zijn mannen gevangen genomen. En Lot werd ook meegenomen als gevangene. Awram wist nog van niets toen een vluchteling uit Sedom kwam vertellen dat de koningen uit het noorden zijn neef Lot hadden gevangen genomen. Toen Awram dat hoorde riep hij al zijn mannen bij elkaar en ging hij de gevangene achterna. Hij achtervolgde ze helemaal tot in het noorden van het land, tot bij de stad Damascus. Daar haalde hij ze in en vocht net zo lang tot hij Lot bevrijd had. Zo bracht Awram zijn familie weer terug.Een tijd later verscheen Hasjem opnieuw aan Awram. "Je hoeft niet bang te zijn, want Ik ben je schild. Ik zal je beschermen.? zei Hasjem tegen Awram. "En ik zal zorgen dat

Advertentie (4)