De allereerste Jom Kippoer

De parasja van de week, voor kinderen verteld. Grote Verzoendag is de meest bijzondere dag van het jaar. Wie zich op die dag houdt aan alle regels krijgt vergiffenis voor alles wat hij in het voorbije jaar verkeerd heeft gedaan.

Mosje leerde zijn broer Aharon dat alleen de hogepriester, en niemand anders, bij de Ark mocht komen. "Alleen jij mag daar komen, Aharon, en alleen op Grote Verzoendag, op Jom Kippoer. G’d zal vreselijk wraak nemen als je niet precies doet zoals Hij wil!"

Alles wat Mosje aan Aharon leerde, zou door alle Kohaniem G’doliem voortaan net zo worden gedaan.
Voor de Koheen Gadol naar de Ark mocht gaan, moest hij zich eerst helemaal wassen. Daarna moest hij wit linnen kleren aantrekken: een broek, een lang hemd, met daaromheen gebonden ceintuur van stof, en een witte tulband. En daaroverheen de mantel met gouden belletjes aan de onderkant, de borstplaat met de gouden klemmen, het voorschoot met de gouden klemmen en de gouden diadeem.

Het brengen van offers was een belangrijk onderdeel van de bijzondere handelingen die op Jom Kippoer in de Misjkan werden gedaan. De offerdieren op deze heel speciale dag waren een ram, twee bokken en een stier. We hebben al eerder gelezen hoe het offeren van dieren gebeurde, maar het offeren op Grote Verzoendag ging anders dan anders. Eerst moest de Koheen Gadol twee houten lootjes trekken uit een gesloten doos. Het lootje in zijn rechterhand was voor de bok die aan zijn rechterkant stond. Die bok was bestemd als offer ‘L’G’d’, de andere, de bok aan de de linkerkant van de Koheen Gadol, wordt ‘L’Azazel’.

Eerst moesten de stier en de bok ‘L’G’d’ worden geslacht, en met het bloed maakte de hogepriester de Misjkan weer rein en heilig. Daarna legde hij zijn handen op de andere bok, de ‘L’Azazel’ en vertelde zonder dat iemand kon meeluisteren wat het volk Israël allemaal verkeerd had gedaan. En daarna werd die bok vrijgelaten in de woestijn. Zo kon het volk Israël helemaal opnieuw beginnen, want alle zonden en verkeerde dingen waren door de bok meegenomen naar de woestijn.

"Op Jom Kippoer, de tiende dag van de zevende maand, de maand Tisjri, mogen jullie helemaal niets doen, niet eten, niets drinken. Dat is een eeuwige wet voor jullie, van nu af aan moeten jullie dit doen, ieder jaar opnieuw. Zo krijgen jullie verzoening voor alles wat jullie verkeerd hebben gedaan."

Jullie weten nog wel dat Mosje al heel veel wetten en regels van G’d had gekregen. Maar er komen er nog een paar bij. Lees maar mee: hier zijn een paar regels voor het eten van vlees:

  • Je mag geen vlees eten waar nog bloed is zit
  • Je mag geen vlees eten van een dier dat niet geslacht is zoals G’d dat heeft geleerd
Advertentie (4)