Rabbijn Evers 40 jaar leraar op Rosj Pina

Rabbijn-Evers-Jahadoet-les-Rosj-Pina-2015-2-kl

“Het overdragen van het Jodendom, daar leef ik voor”, zegt rabbijn Raphael Evers. Dit jaar is hij veertig jaar leraar op de Joodse basisschool Rosj Pina en honderden kinderen heeft hij de kennis èn de liefde voor het Jodendom overgedragen.

“Rosj Pina legt de basis voor je verdere Joodse toekomst. Het is een broedplaats voor het Jodendom dat je later zelf gaat beleven. Het vormt ook voor een belangrijk deel je sociale context”.

Raphael Evers is zelf leerling geweest van Rosj Pina. “We gingen met de bus vanuit Amsterdam Nieuw-West naar de Van Ostadestraat in De Pijp. In die tijd waren alle docenten joods, ook dus voor het gewone onderwijs”. Later verhuisde Rosj Pina naar de huidige locatie in Buitenveldert, waar tien jaar geleden op de zelfde locatie een nieuw schoolgebouw werd neergezet.

Gele trui
“Mijn eerste taak op Rosj Pina, in 1975, was het extra Jahadoet-onderwijs verzorgen aan kinderen uit gezinnen die daar meer toe gemotiveerd waren. We leerden Choemasj, Misjna, de voorschriften voor Sjabbat, Chanoeka, … . Er was een wekelijkse winnaar. Die kreeg de gele trui. Ik denk dat die extra lessen op verzoek van ouders zijn gestart.” Het was de tijd dat er nog geen Cheider was en een deel van de ouders wilde duidelijk meer Joodse inhoud voor hun kinderen. “Die bood ik dus binnen het kader van Rosj Pina. Niet veel later ben ik de reguliere lessen gaan geven; de lessen Jodendom in het lesrooster. Dit jaar sta ik voor groep 5, ieder jaar een andere klas.”

Het begint met onderwijs aan kinderen
Naast zijn taak als NIK-rabbijn en zijn rectorschap van het Seminarium waar hij ook de lessen geeft aan volwassenen, is rabbijn Evers dus docent aan kinderen in de basisschool-leeftijd, een uitzonderlijke combinatie. “Het begint met onderwijs aan kinderen; de rest van wat ik doe, is het vervolg daarop.”

Enorm goed lesmateriaal
Het lesgeven is wel veranderd. Rabbijn Evers is er van overtuigd dat het voor kinderen nu een stuk leuker is op school. “Destijds gaf ik les aan de hand van teksten. Soms zelfs uit boeken die voor volwassenen zijn geschreven; er was niks anders. Gelukkig is er in de loop van de tijd nieuw lesmateriaal gekomen. Nu is er enorm goed lesmateriaal dat Henny van het Hoofd heeft vervaardigd, Jeled, het leerplan van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap. Het zit ook qua opbouw goed in elkaar, is toegesneden op de huidige kinderen en past perfect in het didactische denken dat ook voor het profane onderwijs wordt toegepast. En de school zelf heeft ook lesmateriaal vervaardigd en een doorgaande leerlijn ontwikkeld voor Jahadoet.”

Zelf bezig zijn
Gevraagd naar wat kinderen het leukste onderdeel van de lessen vinden, zegt rabbijn Evers: filmpjes! “Je ziet dat de kinderen op filmpjes het meest reageren. Daarnaast worden ze tegenwoordig erg gestimuleerd om zelf bezig te zijn. Het luisteren en de passiviteit zijn voorbij. De leerlingen moeten in mijn lessen nu veel zelf doen, veel zelf onderzoeken en zelf presenteren. Je kunt vandaag als kind meer van jezelf kwijt in het onderwijs.”

Plus klas-model
En wie meer wil of aankan?
“Daar heeft Rosj Pina nu het plus klas-model voor. Kinderen gaan daar heen en krijgen er extra, verdiepend, lesmateriaal. Ze leren daardoor meer, doen meer kennis op. Je kunt het eigenlijk wel vergelijken met de eerste groep waar ik ooit mee begon. De kinderen die voor school nog apart een uurtje les kregen. Dat gebeurt nu dus weer voor de meer geïnteresseerde leerlingen, maar dan binnen de schooluren.”


Liefde voor het Jodendom overbrengen

Bij Jahadoet is het bijbrengen van kennis niet het enige dat telt. Ook liefde overbrengen voor het Jodendom behoort tot het pakket. “Het is en kennis en liefde overbrengen.” Ivrit te kunnen lezen is wel een voorwaarde in de ogen van rabbijn Evers. “Gelukkig is dat nu een stuk beter dan in mijn jeugd, toen ik op Rosj Pina zat. Maar we zijn er wat dat betreft nog niet”.

“Ik denk dat liefde overbrengen voor het Jodendom, het er gevoelsmatig bij betrokken zijn, echt belangrijk is. Daar gaat het om, gecombineerd met het bijbrengen van een aantal basisvaardigheden, zoals Kiddoesj-Hamotsie-bensjen. Het gevoelselement vormt de kinderen. Het gaat om het overbrengen van de emotie. De kinderen in een Joodse omgeving te laten zijn. Niet alleen als schoolklas maar ook daarbuiten in buitenschoolse activiteiten. Ik ben steeds meer jeugdleider en steeds minder leraar. Als ik dat Joodse gevoel overbreng, komt die kennis vanzelf wel. Ik leer nu kinderen van 9 jaar hoe de vrijdagavond wordt gevierd. Binnenkort hebben we dan op vrijdagavond een gezamenlijke Sjabbatviering met de hele klas, in school. Als ik ze kan overbrengen hoe Kiddoesj te maken, geeft me dat voldoening.”

Bron: NIK

Advertentie (4)