Gemeentes in Groningen doen onderzoek naar onteigening Joods onroerend goed

De voormalige synagoge in Winschoten. Foto gemeente Oldambt.

De gemeente Oldambt heeft aangekondigd zich aan te hebben gesloten bij de gemeentes Het Hogeland, Veendam en Westerkwartier bij een onderzoek naar de onteigening van Joods onroerend goed.

Ook zal het naheffen van gemeentelijke belastingen tijdens en vlak na de Tweede Wereldoorlog onder de loep worden genomen. Het onderzoek van de andere gemeentes is in mei dit jaar van start gegaan.

Uit de publicatie van de zogenaamde ‘Verkaufsbücher’ door het Nationaal Archief blijkt dat er ook in gemeenten in Groningen tussen 1940 en 1945 Joods bezit onteigend is.

Naar aanleiding hiervan hebben de vier gemeenten besloten om helderheid te willen geven over hun eigen handelen. De onderzoekers focussen zich op hoe de gemeenten omgingen met terugkerende Joden in het algemeen en met Joods onroerend goed in het bijzonder.

Het onderzoek wordt geleid door Richard Paping, Universitair Hoofddocent aan de Rijksuniversiteit Groningen. De verwachting is dat het onderzoek in juni 2022 is afgerond.

Het Hogeland, Oldambt, Veendam en Westerkwartier zijn niet de eerste gemeenten die onderzoek doen naar de roof van joods onroerend goed. In de afgelopen jaren hebben meerdere gemeenten in Nederland onderzoek gedaan naar de uitbuiting van de joodse minderheid in dit land tijdens en na de tweede wereldoorlog.

Ontvang gratis onze nieuwsbrieven!

Advertentie (4)