In de voetsporen van Abraham


Rob Cassuto liet zich tijdens een interreligieus symposium in het Karavanserai in het Bijbels Openluchtmuseum voorlichten over de Abrahamitische oecumene en de daaruit volgende dialoog van joden, christenen en moslims.

Op zondag 6 juni vielen er vele gebeurens samen.
Natuurlijk was het de herdenking van D-day.
Het was ook de zondag van de katholieke heilige drievuldigheid.
Maar mij gaat het om waar deze zondag ook vol van was: de interreligieuze dialoog.
In Amsterdam reed de bus van interreligieuze kennismakers van moskee
naar kerk naar sjoel. En ik betrad met vele anderen het Bijbels
Openluchtmuseum bij Nijmegen, waar de tweede dag van het symposium “In
de voetsporen van Abraham” plaats vond.
Het ging over de “mogelijkheden voor toenadering tussen Joden, Christenen en Moslims”.
Georganiseerd door de Stichting Islam en dialoog en de Katholieke Universiteit i.s.m. de Folkertsma Stichting.

Het Bijbels Openluchtmuseum is een bosgebied met open vlaktes en
replica’s van allerlei plekken uit het Heilig Land. Mijn weg naar de
interreligieuze dialoog voert vanaf de hoofdingang langs een grindweg
door juni-groene bossen, rododendronstruiken net over de hoogtepunten
van hun dieprose bloei, langs een erfje met een paar ezels – wat ruiken
die aards lekker – , langs middenoosters aandoende hutten, dat is Beth
Juda, replica van een dorpje uit het begin 19-eeuwse Palestina.
Dan verrijst het Karavanserai, daar moet ik zijn. Toepasselijke locatie.
Op de binnenplaats daarvan is een grote tent gespannen waar lezing en debat zullen plaatsvinden.
De mensen beginnen binnen te druppelen, sommigen onmiskenbaar mediterraan, enkelen met keppel.

Ik zie opeens een goede vriend, joods, maar al vanaf zijn jeugd Bahai.
Na een benauwende Joodse opvoeding heeft hij het Jodendom graag en
totaal afgezworen, maar sinds hij onlangs met mij sjabbat heeft gevierd
schieten flarden herinnering uit de doos van verdringing plots naar
boven, stukken gebed, flarden van liederen en uitdrukkingen.
Laatst was dat het gezegde “als alle joumtouwen reigen mus sjikkere
poeriem schweigen”, betekent zoiets als: als de wijzen spreken moeten
de dwazen zwijgen. Nu heeft hij weer iets.
“Opeens schoot het mij te binnen”, zegt hij, “wanneer mijn pleegvader
merkte dat een mes bot was, zei hij: ‘Daar is de tole mee gejitsjt'”.
” Wat is dat, de tole?”
“Dat betekende Jezus”.
Ik ken het begrip ‘tole’ niet (wie wel? laat het mij weten, ik belde
een andere vriend en die herinnert zich: daar is de jaaizele mee
gejitsjt).
Maar oei, op deze plek van goedwillende Abrahamitische dialoog klinkt
het wel als een gotspe, dit gezegde. Een afspiegeling van cynische
vervreemdheid tussen Christenen en Joden in een nog nabij verleden. Op
een of ander manier klopt het, dat deze jiddisje zegswijze mu hier
valt, als een schril leesteken tussen de welwillende voornemens.

Intussen zijn we in die exotische tent met zijn gele en rode banen gaan
zitten; ik hoorde dat het een authentiek Marokkaanse tent is.
We luisteren naar een Duitse prof, dr. Karl-Josef Kuschel, een blozende
vijftiger met keurig gescheiden vol donker haar (is het misschien een
pruik, denk ik terloops).
Hij pleit met toenemende bezieling voor een Abrahamitische oecumene.
Abraham gaat aan de drie monotheistische religies vooraf, hij is de
moedige uit zijn veilig geboorteland durft te gaan (Lech lecha), de man
van het godsvertrouwen en zo kan hij nog steeds inspiratiebron zijn
voor gedurfde initiatieven in de richting van die oecumene.

Prof. Judith Frishman geeft een tegenaccent: je moet goed op je eigen
geloofsgrond staan en erkenning geven aan de geschiedenis waarin de
interreligieuze verschillen zijn ontstaan, dan kan je misschien iets
van elkaar leren.

De islamitische lezinggever is er niet.
Hij zou uit Lond

Advertentie (4)